Translate

woensdag 2 mei 2012

Hunerwold State - II

Sander en ik hebben natuurlijk meer gedaan dan eten en slapen in ons huisje in Hunerwold State. We hebben ook aan cultuur en natuur gedaan.
Koud en nat, maar het is wel natuur

Zaterdag zijn we naar Veenhuizen gegaan. In de 19e eeuw werd er in Drenthe een aantal koloniën gesticht door de Maatschappij van Weldadigheid, waar wezen, bedelaars en landlopers werden opgevangen. Daar leerden zij een beroep en allerlei sociale vaardigheden en konden zij later weer terugkeren in de maatschappij en zo niet meer terugvallen in armoede. Later in de 19e eeuw bleken de koloniën toch geen succes en nam het Rijk het bestuur ervan over, Veenhuizen veranderde toen in een gevangenis, wat het tot op de dag van vandaag is.

Huizen voor personeel van de Kolonie, met stichtelijke teksten

Een tijd geleden heb ik van een collega het boek Het Pauperparadijs geleend en gelezen. Daarin beschrijft de schrijfster hoe zij op zoek is gegaan naar haar afkomst en erachter kwam dat haar familie voortkomt uit mensen die in Veenhuizen hebben gewoond. Ze gaat daarbij diep in op de (nobele) doelen achter de Maatschappij van Weldadigheid en andere initiatieven om de armoede te bestrijden en de effecten die dat heeft op de mensen die het ondergaan. Ik vond het erg boeiend om te lezen, omdat ik mij in mijn werk ook (nog steeds) bezighoud met mensen die arm zijn en op de een of andere manier niet aangepast zijn aan de rest van de samenleving en daarmee voor problemen zorgen voor henzelf en voor anderen. Tegenwoordig heten ze anders (Multi-Problem Huishoudens, Zorgwekkende zorgmijders), maar de problematiek erachter is hetzelfde gebleven. En de oplossingen die we ervoor hebben zijn (nog steeds) vaak ontoereikend.

De directeur woonde wel iets beter.

We hebben niet alleen het museum bezocht, maar ook een wandeling in de omgeving gemaakt. Zo liepen we over het enorme terrein dat bij de Kolonie hoorde. We liepen langs huisjes van personeel en de eerste bewoners. Het ideaal van de Kolonie was in het begin dat het een zelfvoorzienende omgeving moest zijn. Bewoners leerden het land te bewerken, en daarna de opbrengst verder te verwerken, via de Maalinirchting en het Slachthuis. Ook het personeel woonde in een dienstwoning en had een ruimte voor de personeelsvereniging.

Het Personeelsverenigingsgebouw

Als een van de weinig initiatieven uit die tijd, was het niet op religieuze leest geschoeid. Van de bewoners werd wel verwacht dat zij gelovig waren en dat zij naar religieuze diensten zouden gaan, maar er werd geen bepaald geloof voorgeschreven. Dus er werden verschillende kerken gebouwd en zelfs een synagoge. Dit werd door veel andere denkers uit die tijd gezien als de bron van het falen van de kolonie. Zonder een degelijke religieuze onderbouwing, konden mensen natuurlijk nooit geholpen worden. Het was zelfs nog maar de vraag of mensen wel geholpen moesten worden, want het was ook de natuurlijk orde dat sommigen arm waren en anderen rijk. Dat gaf de rijken de kans om hun barmhartigheid te tonen. 

De (ex)synagoge, nu kantoor van Staatsbosbeheer


Geen opmerkingen:

Een reactie posten