Translate

zaterdag 29 juni 2013

Valhalla Rising

Vorige week heb ik weer een film gezien, die ik hier dan toch wil bespreken. Hij was zeer bevreemdend, maar maakte toch flinke indruk.

Mads als doodenge krijger. 

Het gaat om Valhalla Rising van Nicolas Refn en met Mads Mikkelsen (die we voornamelijk kennen als bad guy Le Chiffre in de reboot van James Bond Casino Royale). Er wordt gebruik gemaakt van allerlei mogelijkheden van camera, kleur een belichting om een zeer drukkende, dreigende en brute sfeer te schetsen. Ook spelen vrouwen geen rol in dit verhaal, het gaat alleen om mannen en hun relaties onderling en hun relatie met geweld. Het geweld in de film is bruut en bloederig, maar wordt totaal niet aantrekkelijk in beeld gebracht. Het is duidelijk dat het leven kort en hard is en dat mensen geweld gebruiken om in leven te blijven.

Woede

Het verhaal begint in Schotland in het jaar 1000. In een prachtig, somber en mistig weergegeven Schots landschap vechten gevangenen met elkaar voor het plezier van de heidense Vikingen. De beste van deze strijders is een man die nooit verliest, een één-ogige, stomme, getatoeeerde krijger met de bijnaam Één-oog. Zijn bewakers zijn bang voor hem, houden hem altijd aan de ketting en in een kooi en laten hem verzorgen door een klein jongetje. Deze man lijkt ook visioenen van de toekomst te hebben. Hij ziet dingen, die hem later overkomen. Hij maakt gebruik van zijn visioenen om invloed uit te kunnen oefenen. Zo voorziet hij het vinden van een pijlpunt in de modder van de poel waar hij baadt. Daarmee verkrijgt hij later zijn vrijheid.
Met behulp van de pijlpunt weet hij zich te bevrijden van zijn boeien, zijn bewakers te doden en ook nog wraak te nemen op zijn vorige gevangenbewaarders. Hij plaatst het hoofd van een van hen op een paal, een soort Noorse vervloeking

De titel van de film en het karakter van Één-oog doen al meteen vermoeden dat hij Odin voor moet stellen. Ook Odin miste een oog, opgegeven om wijsheid te verkrijgen. En Odin was ook een god van de strijd. Dus...is dit Odin? Of een krijger van Odin, een offer aan Odin?

Zwijgende krijger

Één-oog vertrekt en wordt gevolgd door de enige overlevende van de Vikingen, de jongen die hem altijd eten gaf (nee die heeft ook geen naam). Één-oog heeft dit keer een visoen van mannen op een schip op zee. Even later komen zij diezelfde mannen tegen die net alle mannen van een dorp over de kling hebben gejaagd en verbrand hebben. De vrouwen hebben zij gevangen genomen. 
De mannen zijn kruisvaarders en zij vragen Één-oog en de jongen om mee te gaan naar het heilige land, waar  zij rijk kunnen worden en hun zonden vergeven zullen worden. Één-oog gaat mee, maar niet omdat hij gelooft dat hij verlost zal worden van zijn zonden, maar omdat hij de mannen in een visioen gezien heeft.
De jongen vertelt dat hij en de andere Vikingen dachten dat Één-oog uit de hel kwam. Hij liet in het midden of hij daarmee de Noorse Hel of de christelijke hel bedoeld. 

Ook hier wordt dan weer een verband met de God Odin gelegd. Ook die heeft een bezoek gebracht aan de Noorse hel, wekte daar een zieneres tot leven en dwong haar om toekomstvoorspellingen te doen. En toen keerde Odin terug naar het rijk van de goden met kennis over de toekomst, waaronder de ondergang van de goden

Het blijkt dat Vikingen en Christenen beiden even wreed kunnen zijn. Tot nu toe hebben wij Één-oog alleen zien vechten omdat hij daartoe werd gedwongen of omdat hij zijn vrijheid wilde verkrijgen (toegegeven, daarbij nam hij misschien iets te voldaan wraak op zijn gevangenbewaarders). Maar de Vikingen lieten hun gevangenen tot de dood met elkaar vechten, voor weddenschappen. En Christenen jagen hele dorpen over de kling, verbranden de lijken en nemen de vrouwen gevangen. Ook stonden zij op het punt om onwetende voorbijgangers (Één-oog en de jongen) te doden. Pas toen zij hoorden dat Één-oog een kampioen was, lieten ze hem met rust. Geen van beide groepen is echt prettig gezelschap.En geen van beide geloven die de groepen aanhangen blijkt echt prettig te zijn. 

Mannen van God

De zeereis is een fiasco, het schip komt stil te liggen wanneer er geen wind is en eten en drinken raken op. De mannen worden gek van honger en dorst en raken ervan overtuigd dat het de schuld is van degene die het minst op hen lijkt, de jongen. Een aantal probeert hem te doden, maar dan worden zij gedood door Één-oog.

Dit is de eerste keer dat Één-oog vecht om iemand anders dan hemzelf te beschermen. Een belangrijk omslagpunt voor het karakter, die nog altijd geen woord gezegd heeft. Het is uiteindelijk ook Één-oog die ontdekt dat het water waarop zij varen niet langer zout maar zoet is. In de mist zijn zij een delta ingevaren en zij zijn aangekomen in het heilige land.
Dit is het zwakste deel van de film, het duurt te lang en het is te onduidelijk waarom de groep niet probeert te roeien, de riemen worden later wel gebruikt.

Het heilige land

Het heilige land blijkt niet de droge woestijn te zijn die de mannen hadden verwacht. Het is eerder een redelijk noordelijk gelegen, vochtig naaldwoudgebied. De mannen gaan aan land en zijn zeer teleurgesteld wanneer zij geen wild kunnen vinden, de honger maakt hen gek en zwak. De groep blijft rondzwerven en raakt ondertussen een man kwijt, die achterblijft. Daarvoor willen ze weer Één-oog de schuld geven, maar nu ze weten wat hij kan uitrichten, durven ze niet goed. 
Plots komen ze op een begraafplaats. Dan wordt duidelijk dat hier wel mensen wonen en dat zij hun doden boven de grond weg laten rotten op houten platforms. De Christenen zien dit als een heidens gebruik in het heilige land en zij laten de begraafplaats niet met rust en maken een groot houten kruis en laten dit achter. Ook zitten zij aan de spullen die aan de doden zijn meegegeven. 
De groep besluit dat dit niet het heilige land is en besluit weer te vertrekken. Wanneer zij met hun boot weer door de delta varen, komt er uit het niets een pijl die een van hun companen doodt. De groep raakt ervan overtuigd dat zij in de hel terecht zijn gekomen.    

Hel

Na de lange ontberingen op zee, de ontberingen aan land en de schrik van de aanval van de ongeziene mensen, worden de mannen bevangen door angst. Ze brengen hun boot terug naar de kust en ze krijgen van de generaal van het stel een drankje te drinken, waarschijnlijk gestolen van de begraafplaats. Dit blijkt een psychotropische drank te zijn en alle mannen worden tijdelijk gek. 
Één-oog heeft weer een visioen, waarin hij zijn einde voorziet. Hij besluit een steenstapel te maken, om zijn einde te markeren. De andere mannen worden gekker. De generaal van de groep denkt dat hij met de overgebleven mannen dit land kan veroveren op de aanwezige heidenen en er zo een kruistocht voor god van kan maken en zo verlost kan worden van zijn zonden. Anderen geven zich over aan wanhoop, seksuele lust (heel fijn in beeld gebracht) en waanzin. Dit deel van de film eindigt ook weer met een gevecht waarin Één-oog drie andere mannen doodt. Er blijven er steeds minder over en de generaal is nu echt gek geworden. 
In dit gedeelte van de film komt de soundtrack het beste tot zijn recht. De muziek geeft de waanzin van de mannen goed weer. Ook deed de film hier sterk denken aan Werner Herzog's Aguirre. Dat is ook een film over de arrogantie van westerse mannen die denken het continent van Amerika te kunnen bedwingen door alleen hun aanwezigheid.  

Het offer

De pijlen van de lokale bewoners verjagen de overgebleven Christenen uit de delta. Alleen de generaal blijft achter, denkend dat hij nog steeds een heilig land kan stichten aan de kust van dit vreemde land. Één-oog vertrekt samen met de jongen, de priester van de groep en een overgebleven man. Onderweg sterft de priester en keert de man terug naar de generaal, zijn vader. Alleen Één-oog en de jongen trekken verder, tot zij elders weer bij de kust komen, de zee ditmaal. 
En hier wordt Één-oog geconfronteerd met een grote groep lokale bewoners. Hij laat zijn wapens vallen en loopt op hen af. Hij sterft zoals hij eerder al voorzag toen hij zijn steenstapel aan het maken was. Hij vecht niet terug, hij had waarschijnlijk niet kunnen winnen, maar hij had er zeker veel kunnen doden. Hiermee laat hij meer groei zien, hij ziet in dat geweld en doodslag eigenlijk zinloos zijn en dit is de snelste manier om daar een einde aan te maken. En zo kan hij de jongen beschermen, door zichzelf als een offer te geven aan de lokale bewoners. 
De jongen blijft alleen achter. En dan volgt weer een visioen van de Schotse hooglanden waar het verhaal allemaal begonnen was. 

En ook het offer dat Één-oog maakt, doet weer denken aan het offer dat Odin maakte. Hij hing zichzelf op aan de boom Yggdrasil voor negen dagen en negen nachten om daarmee kennis te vergaren. 

Valhalla rising is een zeer indrukwekkende film. De manier waarop licht en geluid gebruikt worden om een extreem drukkende sfeer te creeëren is bijzonder effectief. En Mads Mikkelsen is een prima acteur. De hele film lang zegt hij geen woord en is hij een toeschouwer. Maar zijn aanwezigheid is altijd drukkend en dreigend. 
Doordat er zo weinig wordt uitgelegd is er ook een hoop ruimt voor speculatie. Wie is Één-oog? Een ongelukkige gevangene met visioenen van de toekomst? Een incarnatie van Odin met zijn missende oog, zijn vaardigheden in het strijdperk, met vervloekingen, met toekomstvisioenen en zijn connectie met de hel? Veroorzaakt hij (deels) alle ellende doordat hij actief stappen onderneemt om zijn visioen uit te laten komen (hij pakt de pijlpunt, hij gaat aan boord van het schip) of liggen zijn acties al vast en heeft hij er alleen meer zicht op dan de meeste mensen. 
Wat was de betekenis van de flash-back naar de Schotse Hooglanden? Zal de jongen geheel alleen de weg naar huis weer vinden? Of zal hij daar alleen sterven op een vreemde kust? Of is er iets magisch aan de hand en zal Één-oog herboren worden in Schotland? Zal hij deze cyclus van geweld en groei dan herhalen?

Ook kenmerkend voor de film was de bijna totale afwezigheid van vrouwen. Deze film gaat echt alleen over mannen, hun onderlinge relaties en geweld. 
De mannen in deze film zijn allemaal zeer beperkt. Zij kunnen alleen vechten en strijd leveren en in eindeloze rondes van competitie zich verhouden tot elkaar en tot de wereld. De enige twee die daarbuiten vallen zijn de jongen (nog te jong om een man te zijn) en de priester (die nog een familie heeft). De rest is alleen maar bezig met geweld, strijd, status en rijkdom. Dit tekent ook de relaties die de mannen onderling hebben. Iedere keer proberen zij zichzelf naar voren te schuiven ten koste van andere, zwakkere leden in de groep. 

Ik heb me geamuseerd. 

zondag 23 juni 2013

Feest!

Het was gisteren weer tijd voor een feestje. Een tijdje geleden was +Sander jarig, maar toen was hij niet in staat en in de stemming voor een feestje, aangezien hij toen nog maar kort uit het ziekenhuis was. Maar inmiddels is Sander weer flink aangesterkt en hij had toch nog zin in een feestje en gisteren was het zover. Het is nog vrij rustig gebleven, aangezien het samenviel met een optreden van Bruce Springsteen in Nijmegen  en een aflevering van Megagame in Nijmegen.

Er werd woest gespeeld. 
In de morgen hebben we het huis flink opgeruimd en heeft Sander nog een taart gemaakt, een kwarktaart naar voorbeeld van Nigella Lawson. Maar hij heeft wat variaties aangebracht. In plaats van volkorenkoekjes gebruikt hij bastogne en hij gebruikt ook meer citroensap.

In de middag was het nog het drukst. Eerst speelde onze dochter met buurmeisje J. Daar kwam later nog vriendin +Saskia met kinderen M. en E. bij. Vooral onze zoon was bij met de komst van M. Ze hebben samen nog lekker veel met lego gespeeld en buiten flink gestoeid. En nog wat later kwamen ook nog vrienden +Mark en M. met kinderen T. en L. Toen de buurvrouw dochter J. weer op wilde halen, bleef die met zoontje N. nog voor een kopje thee en taart. Dus uiteindelijk zaten we met 8 verschillende kindjes, die een hoop decibellen konden produceren. Maar na een tripje naar de speeltuin werden die ook weer een stuk rustiger. Aan het einde van de middag kwam vriend +Edwin nog langs met zijn zoontje S., waar onze dochter ook weer erg dol op is. Ze stond erop om met hem Stuntpiloot Stef te spelen, wat nog best goed ging.

Aan het einde van de middag gingen de meeste ouders met kinderen weer weg, en werd het een stuk rustiger en stiller. Er bleven uiteindelijk maar twee mensen voor het avondeten. Die heb ik wat Chana Masala voorgezet. Een lekker, eenvoudig en vegetarisch hapje, met gedroogde (en daarna gewelde) kikkererwten vind ik het beduidend smakelijker dan met kikkererwten uit blik. Maar dan moet je wel een dag vooruit plannen.

En later in de avond kwamen vrienden +Daniel+Rian en +Stefan nog langs voor wat gezelligheid. Zoals gewoonlijk viel ik tegen elven in slaap en liet ik Sander achter met de gasten.

vrijdag 21 juni 2013

Eindelijk zomer

Het heeft even geduurd, maar nu is het dan toch echt zomer. Na een wel heel koude start met de lente, zijn er nu dan een paar zomerse of misschien wel tropische dagen aangebroken. En dat werd wel tijd ook, want het is inmiddels ook alweer tijd voor een zonnewende. Vandaag staat de zon het dichtst bij ons en is de dag het langst en de nacht het kortst.

En in de tuin is dat ook goed te merken. Na een wat langzame start, werpen alle planten zich nu vol in de strijd. Sommige planten raken alweer uitgebloeid en zijn druk bezig met het maken van zaadjes. De bessen en aardbeien beginnen al te verkleuren en door de hitte maken de gele courgettes ook ineens een groeispurt door.
Ik hoop en op een lekkere warme zomer waarbij we weer lekker kunnen genieten van het weer en de opbrengst uit de tuin.

donderdag 20 juni 2013

zondag 9 juni 2013

In bloei

Bieslook
Het heeft even geduurd met de koudste lente in tijden, maar nu is de zomer dan toch echt aangebroken en de zonneschijn doet de planten goed. Alles groeit en loopt uit en begint eindelijk bloemen te maken. Zoals deze bieslook, die ik inmiddels ook al weer drie jaar in een bak heb staan groeien. Hoe koud de winter ook wordt, deze overleeft alles.

Lupine
Zoals de lupines, vorig jaar was bovenstaande plant nog een armetierig plantje, maar hij heeft zijn tijd goed besteed en nu groeit en bloeit hij als een gek en trekt veel bijen en andere beesten aan. Binnenkort maar de zaaddoosjes vangen en zaad bewaren. Dit jaar heb ik daarmee veel succes gehad met bijvoorbeeld de Rucola. En ik kan uit zaad weer nieuwe kleurcombinaties opkweken. Het lijkt me leuk om te zien wat er op komt zetten. Ik zal wel geduld moeten oefenen, Lupine bloeit niet altijd in het eerste jaar.

Meer Lupine
Ook ben ik blij dat ik de moeite heb genomen om de Lupine uit de voortuin te redden een apart te houden in potten. Sinds de voortuin onder handen is genomen, slaat de Lupine daar weer goed aan en maakt de ene na de andere mooie aar met bloemen. Deze zijn donkerpaars, maar ik heb ook donkerroze en misschien witte Lupine weten te redden.

De was
Het zonnetje zorgt er ook voor dat ik mijn was kan laten drogen op zonne- en windenergie en dat geeft toch altijd wel een heel bevredigend gevoel. 

Ik hoop maar dat de zomer nu goed doorzet en ik net als vorig jaar weer flink kan genieten van de tuin.




vrijdag 7 juni 2013

Pendragon V - Naar Bayeux

Elke maand een nieuwe Pendragon - sessie, ik vraag me af hoe lang we het volhouden. Terwijl op de achtergrond de zoete tonen van het Fortarock Festival te horen waren, speelden wij het jaar 488, met de invasie van Gallië en alles wat daarbij hoort. We hebben lang doorgespeeld en de avonturen waren groots, vooral in de Winterphases.

Geschiedenis tot nu toe
Bledri van Winterbourne Gunnet (niet aanwezig, @Fortarock)
Bradwen de Moedige
Eliot van Burcombe
Gilmere van Tisbury
Grigor de Geweldenaar
Marcus Livius van Broughton (Niet aanwezig)

Winterphase 486/ 487 Anno Domini, Salisbury 

Speciaal voor de speler van Sir Eliot van Burcombe, die de vorige keer niet aanwezig kon zijn, een extra Winterphase ingelast voor zijn gemiste sessie. 
De wintermaanden van 496 en het begin van 487 waren zware tijden voor Sir Eliot, ten eerste stierf zijn trouwe paard, hoewel hij een nieuwe charger uit zijn kudde paarden kon krijgen, voelde het toch niet hetzelfde. Daarnaast kreeg zijn moeder, Vrouwe Alis, ook nog een kind! Terwijl zij ongetrouwd is. Zijn moeder baarde een gezonde zoon op 38-jarige leeftijd en noemt hem Elgin. Het is volstrekt onduidelijk wie de vader kan zijn van dit kind, maar aangezien Sir Eliot uit een heidense familie komt, is het heel goed mogelijk dat dit kind het gevolg is van een vruchtbaarheidsfestival van de heidenen. 

De avonturen uit het jaar 487 zijn hier te vinden.

Kerst 487 A. D., Sarum, Salisbury

De ridders verzamelen zich in Sarum om kerst te vieren met hun heer, Sir Roderick. Sir Roderick neemt Sir Gilmere van Tisbury apart en deelt hem mee dat hij vorig jaar heeft laten zien over potentieel te beschikken en hij herinnert zich het verzoek van Sir Gilmere om de hand van Vrouwe Adwen. Sir Roderick heeft erover nagedacht en zegt Sir Gilmere dat Vrouwe Adwen zeer rijk is en dat de man die haar huwt meteen een Banneret wordt. Die eer is alleen weggelegd voor ridders die hebben laten zien dat ze dat waard zijn. Dus...wanneer Sir Gilmere de komende jaren laat zien dat hij dat potentieel waar kan maken, door veel glorie te verkrijgen, zal hij het verzoek van Sir Gilmere nog eens overwegen (hij moet het schoppen tot een Notable Knight, Glory 4000). 

Vrouwe Adwen van Salisbury


Sir Eliot probeert nog eens met Vrouwe Gwiona te flirten, maar het maakt geen indruk. Zij laat hem weten dat hij die zin twee jaar geleden ook al geprobeerd heeft.

Sir Bradwen de Moedige stelt voor om op jacht te gaan, naar everzwijn. Sir Eliot, Sir Gilmere en Sir Grigor gaan graag met hem mee. Sir Eliot doodt als eerste een everzwijn (hunting succes), maar daarna gaat de jacht gruwelijk mis. Sir Gilmere heeft minder geluk, zijn paard wordt van achteren aangevallen door een tweede zwijn, dat zij niet hebben opgemerkt (hunt fumble). Zijn paard sterft in die aanval en Sir Gilmere komt ten val. Sir Bradwen probeert zijn vriend te redden van de scherpe slagtanden van het everzwijn, maar het everzwijn is erg ervaren in het vechten met jagers te paard (tusks crit) en ook het paard van Sir Bradwen wordt dodelijk geraakt en Sir Bradwen komt ten val. Alleen Sir Grigor kan de rest van de ridders nog redden. Hij laat zich inspireren door zijn eergevoel (Honor Passion) en valt aan met extra kracht zo doodt hij het zwijn met zijn grote speer (spear critical). 

Tijdens de kerstmis komt Sir Bradwen er achter dat zijn kersverse vrouw Kayleigh eigenlijk ook heidens is. Zij weigert een voet in de Cathedraal van Sarum te zetten. Sir Bradwen is nog zo verliefd op zijn vrouw dat hij toegeeft aan haar wensen, tot ongenoegen van zijn moeder, Vrouwe Bertilia.  

Winterphase 487/ 488 A.D. Salisbury

Deze winter zijn er veel ontwikkelingen die nog lang na zullen echoën in de wereld. Zo wordt een aantal schildknapen tot ridder geslagen. Elias, de schildknaap van Sir Grigor de Geweldenaar wordt Sir Elias van Burcombe. Gilbert, de schildknaap van Sir Gilmere van Tisbury wordt Sir Gilbert van Berwick St. James en Belias, de schildknaap van Sir Eliot van Burcombe wordt Sir Belias van Winterbourne Gunnet. En Perin, de schildknaap van Sir Bradwen de Moedige wordt Sir Perin van Tisbury. 

Sir Eliot krijgt een achternicht, zijn neef Gumret van Burcombe krijgt een dochter, Gilda. 

De moeder  van Sir Grigor, Vrouwe Bene, huwt onverwacht op 39 jarige leeftijd. Zij huwt met de veel jongere Sir Elias van Burcombe, de voormalige schildknaap van Sir Grigor en de jongere broer van Sir Eliot. De mannen uit de familie Burcombe zijn goed in het flirten (family characteristic) en kennelijk was Vrouwe Bene wel gecharmeerd van een jonge, aantrekkelijke ridder. Het pasgetrouwde stel blijft in Berwick St James wonen en verhuist niet naar Burcombe.   

Sir Perin, de broer van Sir Gilmere, trouwt ook en wel met Aileen van Dalmeny, de dienstmaagd van Vrouwe Kayleigh van Steeple Langford. Zij is vorig jaar met Vrouwe Kayleigh meegekomen uit Lothian, toen Sir Bradwen huwde met Vrouwe Kayleigh. Sir Perin was toen de schildknaap van Sir Bradwen. Sir Gilmere heeft ambities voor zijn hele familie en hij is zeer teleurgesteld dat zijn enige wettige broer zijn enige kans op een huwelijk heeft vergooid aan een buitenlandse dienstmaagd. Hij zegt hiervan niets tegen Perin, maar past wel zijn testament aan, zodat hij alles nalaat aan zijn oudere bastaardbroer, Caulas. 

De ridders die hun schildknaap tot ridder hebben zien geslagen worden, hebben nieuwe schildknapen nodig, maar waar haal je zo snel een stel jonge jongens vandaan die ridder willen worden? De jongere broers van de andere ridders uit Salisbury zijn inmiddels te oud om nog schildknaap te worden.
Vrouwe Kayleigh van Steeple Langford heeft twee jonge broers die als schildknaap kunnen dienen. Sir Eliot neemt de jonge Kelwyn van Dalmeny (15) als schildknaap en Sir Bradwen neemt de jonge Kirwyn van Dalmeny (15) als schildknaap. Met één huwelijk heeft de heer van Dalmeny in een klap zijn invloed in Logres enorm vergroot. Het is nog maar de vraag of Koning Uther daar blij mee moet zijn.
Sir Gilmere neemt Moses Cohen (16), de zoon van zijn Steward Simon Cohen aan als schildknaap. Dit is een hoge eer, aangezien Simon een man van gewone komaf is en nog Joods bovendien. Sir Grigor neemt de jonge Lemmy van Piton aan als schildknaap (Fortarock, he?).

Maart 488 A.D. Winchester

Koning Uther heeft zijn vazallen opgeroepen om naar Winchester te komen om zijn plannen aan te horen voor de komende zomer. Sir Roderick gaat er met zijn trouwe vazallen heen. 
Na een overleg tussen Koning Uther en zijn vazallen wordt duidelijk dat de Koning een deel van zijn leger mee zal sturen met zijn zoon, Prins Madoc naar Gallië. Aldaar zullen zij Preator Syagrius bijstaan tegen de Franken, de kleinere neven van de Saksen. Maar ook in Logres is alles niet pluis. De Saksen blijven een gevaar en ook kan Koning Uther niet rekenen op al zijn vazallen. Hertog Gorlois is alweer niet op komen dagen. Zo erg kunnen de aanvallen van de Ieren niet zijn?!
Sir Roderick vraagt aan zijn leenmannen hun advies ten aanzien van de plannen van Koning Uther. De jonge ridders willen maar wat graag plunderen in Gallië, maar zij realiseren zich ook dat buitenlandse avonturen moeten wachten totdat de situatie in het thuisland veilig is. Ook de adviezen van de oudere ridders is verdeeld. Uiteindelijk besluit Sir Roderick om dan toch met een contigent van zijn vazallen af te reizen naar Gallië en daar Prins Madoc bij te staan. 

April 488 A.D. Hantonne

Sir Roderick rijdt met zijn leger en vazallen naar Hantonne om daar scheep te gaan naar Gallië. Sir Gilmere was hier al eerder en kan nu zijn vrienden rondleiden in dit havenstadje.

Madoc, Prins van Logres

De ridders hebben ook hun taken en op een avond moeten zij Prins Madoc en de andere edelmannen bewaken terwijl de strategie voor in Gallië bespreken. De Prins en zijn adviseurs praten hard en de ridders kunnen horen dat er een twist is over de manier waarop het leger van Logres Preator Syagrius bij zal staan in zijn strijd tegen de Franken. 
De edelmannen verlaten laat op de avond Prins Madoc. Zowel de edelmannen en Prins Madoc zijn beiden behoorlijk emotioneel, boos en van hun stuk. Prins Madoc kijkt de edelmannen na met een boze blik, terwijl zij vertrekken. Nadat de edelmannen vertrokken zijn, probeert Sir Grigor de situatie te kalmeren door een knipoog aan Prins Madoc te geven. Maar dit wordt geheel verkeerd opgevat (flirting critical). Prins Madoc stuurt de andere ridders weg en vraagt Sir Grigor om hem die avond gezelschap te houden met een glas wijn. Maar wanneer Madoc en Grigor eenmaal alleen zijn, blijken zij toch erg verlegen te zijn onder deze vreemde, intense gevoelens die plotseling opkomen (lustful fail). Er wordt die avond alleen stevig en mannelijk omarmd (zoals bij voetbalwedstrijden).

Sir Eliot blijft maar praten over wat hij die avond gehoord heeft en wat hij gezien heeft bij Prins Madoc. Hij let niet op wie er verder nog mee luistert. Maar Sir Gilmere wijst hem terecht. het geeft geen pas voor ridders om te roddelen. Zeker niet wanneer men op het punt staat ten oorlog te trekken. 
Na een paar dagen zijn zowel wind als getijde goed en gaat iedereen scheep en vaart naar Gallië. In de buurt van Bayeux gaat men bij een piepklein vissersdorpje aan land. Het duurt even voor alle mannen en paarden uit de schepen geladen zijn. 

Prins Madoc reist met zijn manschappen door naar Bayeux, daar zal hij de stad belegeren en met zijn ingenieurs. Er moeten allerlei belegeringswerktuigen gemaakt worden en dat zal een paar dagen duren. De ridders vragen toestemming aan Sir Roderick om de achterlanden van Bayeux te mogen verkennen. Zij krijgen deze toestemming en de opdracht om binnen een week terug te zijn bij Bayeux.

De stad Bayeux

De ridders gaan erop uit. Zij hopen wat achtergebleven Franken tegen te komen om over de kling te kunnen jagen. Hun wens komt al snel uit en zij treffen vijf Frankische krijgers. Sir Grigor probeert de woede op te roepen die hij eerder dit jaar ten aanzien van het everzwijn voelde, dat zijn vrienden bedreigde. Maar hij kan dat gevoel niet terugkrijgen. Integendeel, hij twijfelt plotseling aan alles, aan zijn rol en taken als man, ridder en echtgenoot. Wie is hij om zijn vrouw, de zus van zijn vriend, te bedriegen met zijn gevoelens voor zijn voormalig schildknaap, de zwager van zijn vriend en zijn heer en prins? Kan hij op die manier wel een goed ridder zijn? Kan hij nog wel zijn hand heffen om zijn medemens neer te slaan, wanneer die hand eerder nog op de wang van zijn prins lag? De interne twijfel wordt Sir Grigor te veel en hij vlucht weg.

(Ai! een Passion Fumble, dit leidt tot (tijdelijke?) waanzin! Het wordt de ridder allemaal teveel en hij stort mentaal volledig in, vlucht zo ver hij kan van het gezelschap van zijn vrienden en is effectief uit het rollenspel verwijderd. De speler van Grigor werd even bang en begon al naar geschikte broers te kijken om te promoveren tot hoofdrolspeler)

De Franken beginnen te juichen en vallen de overgebleven ridders aan. Maar de overgebleven ridders worden niet verscheurd door interne twijfel over hun positie in dit leven. Zij slachten de Franken vrij vlot af. Sir Gilmere is zelfs in staat om er een levend gevangen te nemen. Hij geeft schildknaap Lemmy van Pitton te opdracht om met de gevangene terug te keren naar Sir Roderick ter ondervraging. Dan zal de rest op zoek gaan naar hun vriend Sir Grigor. 

Sir Bradwen is in staat om de sporen van het paart van Sir Grigor te volgen (Hunting succes). Als snel komen zij op een plek die duidelijk een barbaarse tempel voor moet stellen, met staande stenen en grote bomen. Aan de bomen hangen de lichamen van dieren, honden, katten, geiten, die zijn opgehangen aan hun nek. Een hond spartelt nog zachtjes. De ridders zien ook hun vriend Grigor bij een boom staan en hij probeert zichzelf op te hangen. Sir Bradwen reageert bliksemsnel en werpt zijn speer. Daarmee snijdt hij het touw door, waarmee Sir Grigor zichzelf probeert op te hangen. Hiermee redt Sir Bradwen Sir Grigor niet alleen van de dood, maar ook van de zonde van zelfmoord.
Sir Eliot probeert nog wat van de andere offers in deze gruwelijke tempel aan een wrede god te redden. Maar het is te laat. Deze dieren sterven als een offer aan de wrede, noordlijke, Saksische god. Terwijl Sir Bradwen probeert deze tempel te vernietigen, zodat andere onschuldigen niet aangetrokken kunnen worden door de kwade magie die hier hangt, probeert Sir Gilmere met zijn kunsten de kwetsuren van Sir Grigor te genezen (First Aid succes).

Dan is het tijd om terug te keren naar het kampement bij Bayeux. Het leger van Prins Madoc is al flink opgeschoten en de stad is omsingeld en er staan al flink wat belegeringswerktuigen klaar om de muren te beklimmen en neer te halen. De Ierse Kerns weten een muur te beklimmen en een poort te openen. Deze poort is het dichtst bij de mannen van Sir Roderick. Sir Grigor en Sir Bradwen storten zich naar voren in de voorhoede van het gevecht en Sir Gilmere en Sir Eliot volgen snel. Links en rechts worden Franken over de kling gejaagd.
Sir Gilmere is zich de woorden van zijn heer nog indachtig en is op zoek naar een manier om zich te onderscheiden. Hij zoekt de grootste Frank op die hij vinden kan en valt hem aan. Het wordt een lang en zwaar gevecht. De twee strijders zijn aan elkaar gewaagd, maar uiteindelijk weet Sir Gilmere zijn vijand neer te halen.
Intussen zijn Sir Bradwen en Sir Eliot en Sir Grigor naar een volgende poort gerend, waar zij de Franken die daar de wacht houden doden en ook die poort openen. Het is nog zwaar werk om de poort te openen, maar door hun paarden te gebruiken, gaat de poort langzaam en krakend open en het tweede deel van het leger van Prins Madoc stormt naar binnen. Bayeux is ingenomen en het leger van Prins Madoc slaat aan het plunderen. Ook Sir Eliot vergrijpt zich aan een lokale Bayeusse vrouw (lustful succes), tot afschuw van zijn vrienden.

Wanneer de rust de volgende dag is weergekeerd, trekt Prins Madoc zich terug naar de kust, waar zijn schepen nog op hem wachten. Zijn leger en vazallen schepen zich in met de buitgemaakte schatten van Bayeux. Dan rijdt Preator Syagrius het haventerrein op en knielt voor Prins Madoc en roept hem met luide stem op om samen verder te strijden tegen de Franken. Prins Madoc laat hem weten dat hij vertrekt naar Logres, waar zijn vader hem ook nodig heeft in de strijd in westelijk Logres en tegen de Saksen.
Dit leidt tot een pijnlijk moment van stilte.
Dan vertrekt Preator Syagrius weer met zijn soldaten. Sir Gilmere benadert hem nog om zijn gevangengenomen Frankische strijder over te dragen aan de Praetor. De Preator bedankt hem daarvoor en zal gebruik maken van de kennis van de Frank.
De ridders vragen zich af of Prins Madoc nu tegen de belofte van zijn vader aan Preator Sygrius ingaat, of dat Uther nooit van plan was om een groot deel van zijn leger zo lang uit te lenen aan de Preator. Op hoog niveau vindt in elk geval flink wat gekonkel plaats.