De teksten zijn vertaald naar het Latijn door vriend R. (die in het verleden ook wel eens Brikus heeft gespeeld), waarvoor dank. Google Translate was nog niet goed genoeg.
Caedmon de Monnik
Draca de Wijze
Cuthbert de Sterke
Benno Ben Salomo
Marcus Livim (afwezig)
Caedmon de Monnik
Draca de Wijze
Cuthbert de Sterke
Benno Ben Salomo
Marcus Livim (afwezig)
25 maart 998, Bath, Abdij van Sint Pieter en Sint Paul
Eawulf lijkt het goed te doen bij de rust en regelmaat in de Abdij. Hij brengt wel heel veel tijd door in de biecht, maar hij draagt zijn straffen met een goed humeur. Misschien dat hij hier zijn waanzin achter zich kan laten. Maar niemand heeft hem nog verteld dat in Bath ene Forstes het oor van de Burgemeester heeft.
De Abdij van Bath |
De afgelopen weken heeft de monnik Caedmon in zijn cel hard gewerkt aan het vertalen van de vreemde Latijnse teksten die Draca de Wijze vond in de ruïnes van de Romeinse Villa, waar ze ook Eawulf hebben ontmoet. Caedmon heeft lang en hard gewerkt aan de vertaling van de Latijnse teksten (Know Language Latin Succes). Hij heeft het Grieks niet eens geprobeerd. Wanneer hij zijn bevindingen wil delen met de andere onderzoekers, moet hij bekennen dat hij een van de tabletten heeft laten vallen (Push roll Know Language Latin Fail). Het licht in zijn cel in niet goed, en hij moest het tablet onder een vreemde hoek houden.
Op advies van Caedmon veegt de brokstukken van het tweede tablet nog eens bij elkaar en doet nog een keer een poging om het te lezen.
Hij maakt een samenvatting van wat hij geleerd heeft.
Vele jaren geleden reisde er een gezelschap van Romeinen naar Iunnu, wat ook wel Heliopolis werd genoemd. Daar raakten zij betrokken bij een strijd tussen de cultus van Re - Atum de Schepper en het Serpent Apep. Hierbij werden ook goede Christelijke, Romeinse vrouwen betrokken. Ook werden er mensen uit de dood opgeroepen. De Romeinen speelden een belangrijke rol bij een ritueel om Apep te verslaan.
Caedmon zegt deze namen allemaal niets. Maar Cuthberd wel. Hij herkent de namen Marcus Livius Cicero en Draco Silvius Dorso als belangrijke Romeinse Ridders die 800 jaar of meer geleden naar de Britse Eilanden zijn gekomen. Beiden hadden Kastelen op minder dan een week reizen van Bath. En Draca herkent de namen van Re - Atum en Apep (Religion success), beiden zijn heidense verpersoonlijkingen van Creatie en Vernietiging.
Jezus van Nazareth wordt ook genoemd. Wat waren deze cultisten precies aan het doen in de dagen van de vroege kerk? Apep lijkt wel een heidense variant van het Serpent, een vorm van de Duivel die Eva verleidde in het paradijs.
Cuthbert is maar matig onder de indruk van deze vertaling. Goden uit Egypte zijn niet hier. En wordt hier dan een of andere goddeloze terreur verspreid? Maar de anderen zijn dat niet met hem eens. In de droom van 3 weken geleden, die zij allemaal hadden, riep de donkerhuidige jongeling steeds een naam, Apep. En dan was er nog een Hyena die verdween bij de Dolmen ten westen van Bath. Er is zeker wel iets gaande. Bovendien vertrouwt niemand de vreemde adviseur van de Burgemeester, Forstes.
Cuthbert is het wel met hen eens dat de duivel kan rondwaren in de wereld.
Ondertussen denken de monniken verder. Caedmon weet dat de Dolmen toegangspoorten werelden kunnen zijn. Sommigen denken nog steeds dat er elfen achter de Dolmen wonen. Draca de Wijze denkt dat er links en rechts duivels uitgedreven moeten worden, bij mensen. Met scherpe staken. Zijn vakbroeder weet hem te kalmeren.
Dezelfde dag, Bath
In Bath zelf ziet Benno de afgelopen weken dat de sfeer snel verslechterd. De Burgemeester vaardigt steeds meer edicten uit, zoals het goedkoop verstrekken van veel alcohol aan jongemannen. Verder zijn er ook minder wachters op straat te zien. Vrouwen worden lastiggevallen en gaan niet langer alleen over straat. Buren vertrouwen elkaar niet meer. Binnenkort eindigt dit in een of ander drama natuurlijk. En zorgwekkend genoeg krijgen Joden dan vaak de schuld. Benno maakt zich ernstig zorgen.
Later diezelfde dag, Abdij van Sint Pieter en Sint Paul
Abt Ælfheah laat Caedmon en Draca bij hem komen. De oudere abt dankt hen voor hun goede werk met Eawulf en zijn mannen. De waanzin van Eawulf lijkt af te nemen. Maar Abt Ælfheah blijft zich zorgen maken over de uitspraken van Eawulf over Forstes. Hij vermoedt dat er een kern van waarheid in kan zitten. Hij geeft Caedmon en Draca de opdracht om nader onderzoek te doen naar Forstes. Is hij werkelijk een duivel of bezeten door een duivel?
En Abt Ælfheah laat zich ook door Caedmon vertellen over de gevonden tabletten en zorgwekkende teksten die daarop staan. De Abt legt onmiddellijk het verband tussen Apep en de verschijning van de duivel als een Serpent en Re - Atum als de Schepper. Ongetwijfeld is dit een of andere heidense interpretatie van de strijd tussen de Schepper en Satan.
Ten westen van Bath
Cuthbert, Caedmon en Draca de Wijzen hebben allemaal een paard van de Abdij genomen. Zij volgen Cuthbert, die drie weken eerder met Marcus het spoor van de Hyena naar de Dolmen volgde. Zij komen weer bij de Dolmen uit. Er is niets bijzonders te vinden. Ze staan aan de rand van een drassig laagland. In de herfst en winter overstroomt het en in de lente en zomer droogt het weer uit. Draca kijkt om zich heen en realiseert zich dat hij nog verder naar het westen de Tor van Glastonbury kan zien, met daarboven op de Kerk van Sint Michael.
De mannen onderzoeken de Dolmen en de kring van paddenstoelen verder. Ze vinden niet veel, maar naar het oordeel van Draca de Wijze, is dit een toegangspoort naar de Onderwereld.
Terug in Bath
De groep is terug in Bath. Veel wijzer zijn ze niet geworden. Maar ze willen nu een onderzoek naar Forstes instellen. Zij hebben hem gezien in de Kerk van de Abdij, maar kunnen zich niet herinneren of hij ook daadwerkelijk ter communnie ging. Een echte duivel zal natuurlijk nooit de hosties of relikwieen van de Kerk aanraken.
De groep besluit eens uit te zoeken waar Forstes woont. Als alleenstaande man heeft hij bij een ouder stel zonder kinderen een zolder gehuurd. Caedmon en Draca doen alsof zij de ouderen en zieken van Bath bezoeken en kletsen zich zonder problemen bij deze Beatrice naar binnen.
Terwijl Caedmon en Draca in de ruimte beneden naar de eindeloze verhalen van Beatrice over haar kinderen en kleinkinderen luisteren, sluipt Cuthbert de trap op naar zolder. Daar tussen de gedroogde worsten en oude kleren, vindt hij het bed waar Forstes slaapt. Verder staat er nog een kist met wat kleding en andere spullen. Er is verder niets bijzonders te vinden. Cuthbert vindt nergens een kruisbeeld, een relikwie of een rozenkrans of iets dergelijks.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten