Pendragon Pagina
Geschiedenis van Logres
Bradwen Eenoog
Caulas van Salisbury
Eric van Burcombe
Gwenda van Berwick St. James
Ignaeus van Broughton (afwezig)
Vroege lente 515, Sarum, Salisbury
Earl Caulas en Sir Eric ontvangen bericht van hun mintreeltroupes, dat er weer een nieuwe Koning is in het Koninkrijk Cornwall. Het is Cador van Cornwall. Sir Caulas kent deze Cador nog wel. In het jaar 500 kwam hij Sir Cador tegen. Hij was toen een luitenant in het leger van Idres, Koning van Cornwall. Nadat Sir Caulas en Sir Ignaeus toen Koning Idres en Prins Mark verslagen hadden, suggereerde Sir Caulas dat Cador misschien een carrière moest nastreven in Cornwall. Hij heeft het kennelijk geschopt tot Koning.
Cador was ook een neef van Koning Mark en via Ygrainne is hij kennelijk ook weer een neef van Arthur. Geheel westelijk Brittannië lijkt van neven aan elkaar te hangen.
Cador, nu Koning van Cornwall. |
Cador stuurt een boodschapper naar Earl Caulas. Hij wil graag trouw zweren aan Koning Arthur als Hoge Koning en daarvoor wil hij zich dit jaar bij Arthur in Silchester voegen. Mag hij dan door Salisbury rijden en is hij welkom in Sarum voor een overnachting? Sir Caulas heeft daar geen bezwaar tegen en hij organiseert een ontvangst voor deze Koning.
Sir Cador heeft nog een neefje mee, ene Tristram van Lyonesse. Deze is momenteel een page aan het hof van Cador, maar zal op termijn schildknaap worden, over een jaar of twee. Sir Caulas zegt dat Tristram eventueel ook in Salisbury een schildknaap kan worden, dan leert hij meteen meer mensen kennen. En als dan jongetjes uit Salisbury en Devon in Cornwall schildknaap kunnen worden, zou dat een mooie ruil zijn. Cador stemt hiermee in.
Pinksteren, Silchester
Koning Cador en Earl Caulas arriveren met hun gevolg in Silchester. Aangezien Koning Arthur hier nu zijn hof houdt, barst Silchester uit zijn voegen. Koning Arthur reist natuurlijk met groot gevolg, maar Silchester is ook een flinke stad en Earl Ulric regeert vanuit hier over zijn graafschap. En ook hij heeft een groot gevolg natuurlijk. En wanneer de Hoge Koning ergens verblijft, trekt dat volk aan. Silchester barst uit zijn voegen en in de weiden rondom de stad heeft iedereen en zijn moeder een tent opgezet. Het zou misschien handiger zijn, wanneer Arthur zijn eigen hofhouding zou inrichten ergens.
Koning Cador zweert trouw aan Koning Arthur en dit is een mooie gelegenheid voor Koning Arthur om contact te hebben met al zijn andere vazallen.
Ulric van Silchester |
Leodegrance van Cameliard |
Koning Leodegrance is ook aanwezig. Uit dankbaarheid voor het feit dat Koning Arthur hem al twee keer is komen redden van een aanval op zijn koninkrijk, eerst in 510 en later in 512 nog eens, heeft hij nu een koningsgift meegenomen. Een oeroude, ronde tafel. Aan deze tafel zaten van oudsher de vazallen en adviseurs van de Koningen van Cameliard en nu wil hij hem aan Arthur geven, zodat deze daar ook aan kan zitten met zijn vazallen. En omdat de tafel rond is, zal er niemand aan het hoofd zitten en hoger of lager geplaatst zijn dan een ander.
Dankbaar accepteert Arthur deze grote gift. Het is werkelijk een magnifieke tafel. Er kunnen wel 150 ridders aanzitten. Om hier aan tafel te mogen zitten, zal een eer zijn die alleen is weggelegd voor de grootste ridders.
(Hmmm, als er ruimte moet zijn voor 150 ridders, hoe groot is deze tafel dan? Laten we er van uit gaan dat iedere ridder een stoel nodig heeft van 50 cm (gemiddelde breedte van IKEA Eetkamerstoelen) en er dan nog aan elke kant 10 cm nodig is om gemakkelijk te gaan staan en zitten. Dan vraagt iedere ridder 70 cm ruimte van de tafel. Dan heeft de tafel een omtrek van 150 x 70 cm = 10.500 cm = 105 m. Bij een omtrek van 105 m is de radius van de tafel 105 : (2x𝛑) = 16,5 m. Dat geeft een doorsnede van 16,5 x 2 = 33 m. Dat wordt flink schreeuwen dan, als je degene aan de andere kant van de tafel wil spreken. De oppervlakte van de tafel is dan 𝛑 x 16,5 x 16,5 = 855 vierkante meter.)
Koning Arthur benoemt meteen een aantal mensen voor deze tafel. Als eerste natuurlijk zijn trouwste ridder, Sir Caulas. Dan Koningen Leodegrance, Cador en Alain van Escavalon. Verder ook Sir Gawaine, zijn neef. Dan ook Sir Bradwen, zijn beste vriend. Verder ook Sir Hector van Winterbourne Stoke, waar Arthur als jongetje een paar seizoenen verbleef, toen de Saksen plunderden in Salisbury.
Earl Caulas wil dat Koning Arthur eens haast maakt met het benoemen van een aantal ridders, speciaal om de Koningin, zijn dochter, te beschermen. Arthur zegde dit bij zijn huwelijk in 512 toe, maar heeft nog geen beslissing genomen. Arthur besteedt deze taak uit aan zijn hofmeier, sir Gwenda. Sir Gwenda bedenkt dat een koningin hooguit 13 stoere ridders nodig heeft om haar te beschermen. Dit moeten natuurlijk wel de beste ridders van het land zijn, dus de ze moeten al lid zijn van de Ronde tafel of daar meteen aan toegevoegd worden.
Sir Gwenda stelt aan Arthur voor om te beginnen met Sir Gawaine van Lothian en Orkney, dat haalt wat politieke banden aan, Sir Bradwen, zijn beste vriend, Sir Eric, een zeer rijk ridder, Sir Griflet, haar eigen man, Sir Pellogres, oudste zoon van Sir Caulas, broer van de Koningin en dus zwager van Arthur en tot slot Sir Lamorak van Norgales, zoon van Koning Pellinore van Norgales. Dat zijn 6 ridders, de andere zeven kunnen binnenkort volgen. Koning Arthur is het eens met Vrouwe Gwenda en geeft de ridders ook het recht om de groene Annulet, het symbool van Tisbury en van zijn vrouw Clare, te voeren in hun schild.
Dan vraagt Sir Gwenda of zij nu dan ook vaart mag maken met het aantrekken van een aantal geschikte vrouwen voor haar academie van vrouwelijke ridders, wat Koning Arthur ook toezei tijdens zijn huwelijk. Koning Arthur geeft daar onmiddellijk toestemming voor. Meteen besluiten Gwen van Tisbury, Greetje van Steeple Langford, Gerwina van Berwick St. James en Evalina van Burcombe dat zij ook ridder willen worden net zoals Gwenda.
Nu alle formaliteiten geregeld zijn, is het tijd voor een feest. Sir Gwenda heeft flink uitgepakt natuurlijk voor een feest voor de Hoge Koning. Het hele kasteel van Hertog Ulric is vol met mensen en ook in de straten van Silchester zelf wordt feest gevierd door de lagere klassen. Sir Eric, Sir Bradwen en Sir Gwenda houden zich in deze avond en drinken alleen af en toe wat tafelbier (Temperate succes). Maar Sir Caulas wordt al een dagje ouder en laat zich niet meer tegenhouden door sociale conventies (Temperate fail). Hij drinkt lekker door en geeft op alles en iedereen commentaar.
Sir Eric probeert zijn romance met Guinevere voort te zetten. Hij probeert haar te vertellen wat hij voor haar voelt (Orate fail), maar dat gaat maar matig. Van schrik wil hij haar mee de dansvloer opnemen, maar hij struikelt over zijn eigen voeten, sleurt haar mee en valt samen op de dansvloer (Dance fumble). Iedereen kijkt naar hen. Sir Bradwen grijpt in en begeleidt Guinvere terug naar haar vader en raapt Sir ERic ook op van de grond. Sir Eric vindt dit zo genant dat hij niets meer durft deze avond. Samen met Sir Caulas verdrinkt hij zijn verdriet in bier (Amor Guinevere fail).
Sir Bradwen daarentegen heeft meer succes. Hij flirt met Guinefach, die duidelijk meer zin heeft in een feestje dan haar zus. Sir Bradwen besluit om eens echt feest te vieren en neemt haar mee het kasteel uit en Silchester in, ze gaan slummen! De bevolking van Silchester haalt het niet in zijn hoofd om een dronken ridder lastig te vallen, dus Bradwen heeft een prima avond in de poelen des verderfs van Silchester (Folklore fail, gaming succes).
Sir Gwenda zit dan een groep vrouwen in het kasteel die duidelijk geen dames zijn. Na wat discrete woorden met wat bewakers, worden deze vrouwen weer naar buiten geescorteerd, waar ze thuishoren. Dan treft ze Sir Sagramore, een Byzantijnse ridder. Deze ridder komt uit het verre Byzantium en heeft gehoord van de nieuwe Koning op het mistige eiland. En hij is erg onder de indruk van wat de barbaren hier aan de rand van de wereld toch maar voor elkaar krijgen. Vooral de roetvegen op de dakbalken vindt hij erg authentiek!
Dit is natuurlijk helemaal tegen het zere been van Sir Gwenda die zich kapot heeft gewerkt om een fantastisch feest te organiseren voor haar Hoge Koning! Na wat vinnige woorden over en weer zal er de volgende dag een duel volgen tussen Sir Gwenda en Sir Sagramore le Desirous.
Sir Sagramore le Desirous, een arrogante Byzantijnse ridder |
De volgende morgen treffen Sir Gwenda en Sir Sagramore elkaar op het toernooiveld, onder de ogen van vele ridders en notabelen. Inmiddels zijn de regels voor een duel tussen ridders wat aangescherpt, er mag niet meer met echte wapens gevochten worden, sinds de strijd tussen Sir Eliot en Sir Gilbert in 500.
Sir Gwenda en Sir Sagramore staan tegenover elkaar, ieder op hun eigen paard met een grote lans. De omstanders houden hun adem in. Dan stormen zij op elkaar af. Sir Gwenda is natuurlijk goed in wat zij doet en plaatst een voltreffer op de borst van Sir Sagramore. Hij wankelt maar valt niet. Weer stormen zij op elkaar af. En weer weet Sir Gwenda sir Sagramore goed te raken, maar zijn wapenrusting vangt de klappen op. Voor een derde maal stormen de ridders op elkaar af. Ook dit keer weer Sir Gwenda een klap te geven aan Sir Sagramore, maar hij valt nog steeds niet. Zit er dan misschien toch een waarheid in zijn harde woorden?
Terwijl de twijfel toeslaat, slaat Sir Sagramore ook toe. En nogmaals! Sir Gwenda vliegt uit haar zadel en blijft bewusteloos liggen. Heeft Sir Sagramore dan toch gelijk en is het tijd dat Koning Arthur eens met marmer gaat werken?
Tijdens dit duel komt Sir Bradwen ook eens aanzetten. Hij werd die morgen wakker in een hem verder onbekende boerenhut, in de armen van Guinefach. Hij vermoedt dat dit wel voor enige problemen zal zorgen, aangezien hij eerder ook al werd beschuldigd van het onteren van de dochter van een vazal en steunpilaar van zijn Koning en vriend.
Inderdaad, Koning Leodegrance is woedend op zijn dochter en op Sir Bradwen. Hij staat erop dat er dit keer getrouwd wordt. En anders moet God maar beslissen wie hier gelijk heeft, wanneer Bradwen in het strijdperk treedt tegen de Kampioen van Cameliard! Sir Bradwen claimt ongetrouwd te zijn en prima te kunnen trouwen met Guinefach (Deceitful critical). Sir Caulas en Koning Arthur zijn stomverbaasd dat Sir Bradwen dit claimt. Zij kennen Taxus en weten dat zij een min of meer onsterfelijke elf is. Bradwen is getrouwd.
Dan volgt een duel. Zonder al te veel problemen verslaat Sir Bradwen de kampioen van Cameliard. Daarmee toont hij voor de ogen van het hele hof van Koning Arthur aan dat hij deze avond vrouwe Guinefach niet onteert heeft. Eenieder die iets anders beweert is daarmee een liegende hond. Niemand is een liegende hond...
Dan besluit Bradwen om alsnog maar het juiste te doen. Nog steeds in zijn bebloede harnas loopt hij naar Guinefach en vraagt of zij alsnog met hem wil trouwen. Aangezien ze verder weinig andere opties heeft, zegt zij toe. Even later trouwen zij in een heidense ceremonie. Wanneer Taxus hier achter komt, kan dit alleen maar eindigen in tranen.
Hoogzomer, Silchester
Tijdens weer een feest meldt zich Sir Ablamor van de Moerassen. Hij heeft een dode vrouw bij zich en hij vraagt om gerechtigheid van zijn koning, Arthur. Dan vertelt hij zijn verhaal. Sir Gawaine was aan het jagen op het land van Sir Ablamor, zonder diens toestemming. Toen Sir Ablamor Sir Gawaine hierop aansprak, werd deze woest en viel Sir Ablamor aan. Zijn vrouwe, Nola, wierp zich in de strijd om Sir Ablamor te beschermen toen sloeg Sir Gawaine haar dood. En vraagt Sir Ablamor gerechtigheid van Koning Arthur.
Sir Gawaine van Lothian en Orkney |
Het hele hof is geschokt door dit vreselijke verhaal. Even later meldt ook een berouwvolle Sir Gawaine zich. Hij bevestigd het verhaal van Sir Ablamor. Hij vult dat zelfs nog aan. Toen Sir Ablamor bewusteloos op de grond lag en zijn Vrouwe Nola dood daarnaast, wilden zijn mannen hem doden uit wraak. Maar de vrouwen in het gezelschap van Sir Ablamor stonden erop dat zij dit niet deden en dat Sir Gawaine, zich als ridder van de Koningin bij de Hoge Koningin moest melden en haar straf moest ondergaan. Dus nu vraagt hij Koningin Clare om een uitspraak te doen. Hij zal zich onderwerpen aan iedere straf die zij oplegt. De Koningin denkt even na en zegt dan:
"Sir Gawaine, je hebt een grove misdaad begaan, niet tegen een vrouw, maar tegen alle vrouwen. En ik zeg je nu, namens alle vrouwen, vanaf deze dag mag je geen enkele vrouw meer kwaad doen en moet je altijd alle vrouwen, hoog of laag respect betonen." Snikkend stemt Sir Gawaine in met deze straf.
Winterphase 515 / 516
Via hun minstreel troupes de Spears and Roses en de Stenen Tempel Gidsen horen Caulas en Eric over vreemde gebeurtenissen in een ver koninkrijk. Er gebeurde een ongeluk, een koning raakte gewond en nu zijn er verdere vreemde zaken gaande.
Sir Caulas krijgt een zoon, maar zijn vrouw Dahut sterft in het kraambed. Hij noemt zijn zoon Darcy en gaat weer op zoek naar een nieuwe vrouw.
Sir Caulas krijgt een zoon, maar zijn vrouw Dahut sterft in het kraambed. Hij noemt zijn zoon Darcy en gaat weer op zoek naar een nieuwe vrouw.
De verwondingen die Sir Gwenda opliep tijdens het gevecht met Sir Sagramore zorgen voor haar dood in het kraambed. Zij sterft en haar kind ook. Sir Griflet blijft alleen achter. Is het wel een goed idee om vrouwelijk ridders ook te laten huwen?
En nu Gwenda de laatste jaren zoveel tijd doorbracht aan het hof van Arthur, wordt er gestookt onder haar eigen ridders. Eentje besluit Berwick St. James te verlaten en zich aan te sluiten bij Stapleford. Hopelijk zal een nieuwe heer in Berwick St. James zorgen voor een nieuwe discipline.
Sir Bradwen krijgt een dochter bij zijn vrouw Guinefach, zij noemen haar Leah. Ondertussen heeft zijn eerste vrouw Taxus er lucht van gekregen dat hij meerdere keren heeft aangegeven niet getrouwd te zijn. Zij neemt hem op zijn woord, verlaat hem, huwt een elfenprins en neemt haar kinderen bij Bradwen mee naar het rijk van de elfen.
In de familie van Sir Eric krijgt zijn jongere broer Edward, die vervloekt leek te zijn, een dochter, hij noemt haar Edna.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten