Na het verslaan van Apep gaan de geschokte Romeinen naar Aquae Sulis, om te bekomen van hun avonturen. Maar wat zal hen te wachten staan in deze uithoek van het Romeinse rijk?
Draco Silvius Dorso - PatriciërGaius Valerius Lucanis - Wetenschapper in dienst van Draco Silvius Dorso (niet aanwezig)
Vibus Norbanus - Ziener in dienst van Draco Silvius Dorso (niet aanwezig)
Proclus Servilius Adventus - Ex-slaaf van, maar nu als bankier in dienst van Draco Silvius Dorso.
Marcus Livius Cicero - Senator en rivaal van Draco Silvius Dorso
Ante Diem XVII Mensis Aprilis in het Eerste Jaar van het Consulschap van Hadrianus en Caesar of 898 Ab Urbe Condita, Iunnu
Ante Diem X Kalendas Mensis November in het Eerste Jaar van het Consulschap van Hadrianus en Caesar of 898 Ab Urbe Condita, Aquae Sulis
Marcus Livius Cicero en Draco Silvius Dorso hebben de hint van hun meerderen begrepen. Zij en hun huishouden verlieten AEgyptus en trokken met een omweg door Rome door naar Britannia. In het kuuroord en heiligdom van Sulis Minerva komen zij weer op krachten. Hier komen weldadige warme bronnen uit de grond en ook voor de Romeinse bezetting van Brittania was deze plaats een heiligdom voor de lokale stammen.
Nu is het een belangrijke plaats en bedevaartsoord in Zuidelijk Britannia geworden en veel Romeinen en Brits - Romeinen komen ook naar Aquae Sulis. Marcus Livius Cicero en Draco Silvius Dorso hebben flink aanspraak.
Marcus Livius Cicero overweegt om zich hier voor langere tijd te vestigen. De politieke intrige van Rome heeft zijn glans verloren. Proclus Servilius Adventus is natuurlijk net getrouwd met zijn Elenys, die ook uit deze streek komt. Ook hij zou hier langere tijd willen blijven. Om de omgeving te verkennen, met het oog op de aanschaf van een Villa of een bescheidener woning, huurt de groep een gids in, Drust. Hij leidt hen rond in de omgeving.
Ante Diem IX Kalendas Mensis November
Drust neemt de Romeinen ook mee naar een imposante cirkel van Stenen op een dagreis van Aquae Sulis, ideaal voor een kort tripje. Het is een cirkel van Stenen die meer dan manshoog zijn, en ruw zijn uitgehakt. Ook zijn de Stenen duidelijk niet van hier, en moeten over een grote afstand vervoerd zijn. De Romeinen zijn wel enigszins onder de indruk van de brute grofheid van de Stenen, maar in Egypte hebben zij veel grotere, mooiere en bewerkte stenen gezien. Toch lopen zij even rond tussen de stenen, terwijl Drust een uitleg geeft.
Gaius Valerius Lucanis realiseert zich dat de oude barbaren zo dom nog niet waren. Verschillende van deze Stenen zijn zo gepositioneerd dat de eerste stralen van de zon op deze Stenen zullen vallen. Vooral de zomerzonnewende werd door deze barbaren gezien als een belangrijke tijd. Maar ook de Winterzonnewende was waarschijnlijk te voorspellen met hulp van de Stenen. Drust leidt de Romeinen ook rond en wijst hen niet alleen de grote Stenen aan, maar ook een kleinere cirkel met kleinere Stenen een grote greppel en de resten van houten palen in een grotere cirkel.
Terwijl de Romeinen zo ronddwalen tussen de Stenen van de oude heiligdom door, ziet Vibus Norbanus ineens iets staan op een van de platte stenen in de steencirkel. Hij bekijkt het beter en ziet dat het een klein mannetje is, gemaakt een rijshout, een pop. Welk kind heeft hier zijn pop achter gelaten? Of is het geen pop, maar een offer. Generaal Gaius Julius Caesar schreef ook al over de barbaren die mensenoffers brachten, door grote poppen van rijshout te verbranden. Is dit een offer in het klein?
Wanneer Drust de pop ziet, verbleekt hij. Hij probeert onmiddellijk de groep weg te krijgen van de steencirkel, met onsamenhangend gepraat over andere Stenen en steencirkels. Dit maakt de situatie alleen maar verdachter in de ogen van Vibus Norbanus. Deze Steencirkel is duidelijk een heiligdom van de barbaren, en gericht op de bewegingen van de hemellichamen. De equinox die de herfst aankondigt is al geweest, een week of vijf geleden. De Zonnewende van de winter is over een week of acht. Tussen die twee, ligt nog een groot, heidens feest, wanneer ze het einde van de zomer en het begin van de winter vieren. Alle planten worden van de akkers gehaald, alle dieren geslacht en het vlees gerookt, gepekeld of tot worst gemaakt. En de goedgunstigheid van de goden voor een strenge winter moet natuurlijk afgesmeekt worden.
Vibus Norbanus deelt zijn vermoedens met de rest. Marcus Livius weet dat de Generaal Gaius Julius Caesar schreef over de druïden die de offers brachten in de Rijshouten mannen. En zij waren de spirituele leiders van het land. Nog geen tachtig jaar geleden was er in dit land ook een grote opstand, die met veel moeite werd neergeslagen. Als er weer Rijshouten mannen gemaakt worden, kunnen we dan ook weer een opstand verwachten?
De lol is er wel af voor vandaag en de Romeinen besluiten om onderdak te zoeken. Sarum is een nabij gelegen versterkt dorp. In een Taberna weten zij een paar kamers te huren. Zij willen nog gebruik maken van een avondmaaltijd. De bewoners van Sarum komen ook naar de Taberna om wat bier de drinken. De Romeinen hebben het gevoel dat ze niet echt welkom. De lokale bewoners kijken hen steeds dreigend aan, zeggen weinig en drinken hun lauwe bier in stilte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten