Translate

zaterdag 11 november 2017

Pendragon LII - De val van Bretagne

Na de aflevering van de vorige keer, waarbij tijdens de Slag bij Badon Hill de fine fleur van de Saksen over de kling werd gejaagd en ook een groot deel van de Britse troepen gedood werd, is het nu tijd voor iets meer rust en regelmaat.

Pendragon pagina
Geschiedenis van Logres
Caulas, Earl van Salisbury
Edward van Burcombe
Gerben van Berwick St. James (Afwezig)
Ignaeus van Broughton (Afwezig)
Morgaine van Cornwall

Vroege lente, Sarum

Caulas, Earl van Salisbury en Devon zit in zijn grote zaal in zijn kasteel van Sarum. Via zijn minstreeltroupe komt het nieuws tot hem dat Klein Brittannië inderdaad is gevallen onder de zwaarden van Koning Claudas van de Franken, waar zijn schoonvader en oom al bang voor waren.  Ban en Bohort zijn waarschijnlijk gedood en van hun vrouwen, Koninginnen Elaine en Evaine is ook niets meer vernomen. Hun zonen, Lancelot, Lionel en Bohort de Jongere, zijn waarschijnlijk ook jammerlijk omgekomen.

Dit zet Caulas aan het denken. Hij is de 60 inmiddels gepasseerd. Hoewel zijn dochter Hoge Koningin van Brittannië is en hij zelf is opgeklommen van genegeerde bastaardzoon naar Earl over Devon en Salisbury, is altijd nog meer te veroveren. Voor zijn kinderen natuurlijk... Hij is een tijd getrouwd geweest met Dahut, dochter van Ban van Benoic. En hoewel zij in 515 is overleden, heeft ze hem toch vier kinderen geschonken. De oudste, Conan, is inmiddels 8 en is nog de enige die een claim kan leggen op de troon van Benoic en Bretagne...

Ban de Ganis
Koning van Benwick
Bohort de Ganis
Koning van Bretagne






















Zaterdag 3 juni 519, Pinksteren, Londen

Koning Arthur heeft zijn hof bijeengeroepen in Londen om terug te blikken op de overwinning op de Saksen. Hij geeft zijn trouwe onderdanen de vrijgekomen gebieden van de Saksen als Leen. 
Sir Caulas wordt nu Duke van Salisbury en Earl van Wessex. Hij blijft Earl van Devon. Hiermee is hij zeer in zijn nopjes. 
Sir Edward krijgt een aantal lenen in Kent, omdat zijn vader daar ook een aantal lenen had en tenslotte getrouwd was met een Saksische prinses, Inga van Kent (met de grote vlechten). Hij wordt heer van Otford, Sevenoaks, Wrotham Heath en Maidstone

Sir Caulas  verzoekt zijn Koning of hij naar Bretagne mag gaan om daar strijd te leveren tegen Koning Claudas en zijn Franken, om de levens van zijn Schoonvader en Oom te wreken en de troon van Benwick en Bretagne veilig te stellen voor zijn zoon Conan. Met enige pijn in het hart geeft Arthur daarvoor toestemming. Hij voelt zich schuldig over het feit dat hij Ban en Bohort vorig jaar niet bij kon staan. En dit jaar zijn de Ieren en de Picten een alliantie aangegaan om het koninkrijk van Strathclyde aan te vallen. de stad Alclud wordt belegerd en hij moet zijn geallieerde Koningen bijstaan. 

Kasteel van Alclud

Zoals vorig jaar is beloofd, huwt Morgaine, Hertogin van Cornwall met Accolon, zoon van Uriëns van Noord-Wales. Dit is een volledig Pagan huwelijk, aangezien zowel Morgaine als Accolon overtuigde Pagans zijn. Dus dit huwelijk vindt plaats in de open lucht en er worden dieren geslacht om de zegen van de goden af te smeken. Arthur en zijn meer christelijke hovelingen voelen zich hier maar wat ongemakkelijk bij.

Daarna volgt er natuurlijk een feestmaal. Morgaine drinkt daar wel erg veel van de wijn en wordt uiteindelijk lallend naar haar huwelijksbed gebracht. Daar zullen haar niet veel verassingen te wachten staan, aangezien zij al eerder getrouwd is geweest (met Koning Nanteleod in 504, tot aan zijn dood) en zij nog een kind heeft gekregen van Brikus van Steeple Langford (in 510) en van een onbekende vader (in 512). 

Ondertussen gaat Sir Edward naar buiten. Terwijl hij gehoor geeft aan de roep van de natuur bij de latrines hoort hij mensen praten. Ze hebben een noordelijk accent. 
"Nu heeft hij kinderen, zo makkelijk is het niet."
"De kinderen zijn nog klein, die kunnen overal aan dood gaan..."

Ondertussen hoort ook Caulas een stel hofdames roddelen.
"De Koningin is erg ongelukkig nu de Koning geen aandacht meer voor haar heeft..."
"Wat gaat ze daaraan doen, het is niet alsof ze hem kan verlaten"
Hij is bang dat Clare haar huwelijk zal verlaten. Dat zal nog een schandaal opleveren. Dat moet voorkomen worden.

De volgende morgen

Sir Caulas wil dat iemand Hoge Koningin Clare in de gaten houdt. Koste wat kost moet voorkomen worden dat zij Hoge Koning Arthur verlaat of zelfs vertrekt met een andere ridder. Zeker nu het hof overspoelt is met charmante ridders uit Bretagne met hun exotische accent!
Hij zou natuurlijk Pellogres kunnen vragen om een oogje in het zeil te houden. Dit is zijn oudste zoon en hij heeft een eed gezworen om de koningin te beschermen. Maar Caulas vertrouwt hem niet. Caulas vertrouwt eigenlijk niemand. Dan benadert hij een van de andere ridders die gezworen hebben de Hoge Koningin te beschermen. Maar deze laat merken dat zijn eed aan de Koningin was en niet aan haar vader. 
Uit frustratie betaalt Sir Caulas dan maar een paar spionnen om de Hoge Koningin in de gaten te houden en aan hem te rapporteren over haar daden. 

Sir Edward maakt zich ook zorgen om wat hij gehoord heeft. Zijn mensen bezig met het voorbereiden van een aanslag op Hoge Koning Arthur en zijn kinderen? Wie zouden daar baat bij hebben. De kinderen van Morgaine (zijn zus) of Morgawse (zijn tante) zouden natuurlijk vooraan staan in de opvolging, wanneer Arthur zonder nageslacht zou sterven. 
Aan de andere kant, dank zij Hoge Koning Arthur is de Saksische helft van zijn familie nu dood of op de vlucht. Hoeveel trouw is hij werkelijk verschuldigd aan Arthur? Zijn vader riep tenslotte de Rebellie van Salisbury uit. Zal Edward in de voetsporen van zijn vader treden?

Zomer 519, Naar Brest

Sir Caulas roept zijn mannen op en scheept in, op weg naar Brest. Sir Edward gaat mee, maar ook Morgaine en haar kersverse echtgenoot Accolon hebben zich ingescheept. En hoewel Sir Caulas om verschillende redenen niet veel van Morgaine moet hebben (opgevoed door Benno van Steeple Langford, een Vrouwe van het Meer en een Pendragon), kan hij haar niet weigeren.

Brest

Eenmaal geland in Bretagne, worden Caulas en de zijnen al snel tegengehouden door een legermacht van Franken. Er wordt meteen gevochten. Maar deze Franken zijn nauwelijks een partij voor de ridders. Wel zijn zij erg goed gekleed. Ongetwijfeld buit, geroofd van goede Bretonse families.

Sir Caulas ziet al snel in dat de bevrijding van Bretagne wel eens een ingewikkelde aangelegenheid zou kunnen worden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten