Translate

zondag 4 mei 2025

Call of Cthulhu - Musketeers versus Cthulhu

De vorige keer hebben we Cthulhu Dark Ages afgerond. Dat betekent dat weer weer een sprong in de tijd maken naar het jaar 1626. In Parijs is Koning Louis XIII verwikkeld in een eindeloze machtsstrijd met Kardinaal Richeleu over het bestuur van Frankrijk. Daarbij zijn ook de persoonlijke gardes van de Koning en van de Kardinalen verwikkeld geraakt in de strijd. En dit keer zijn onze onderzoekers natuurlijk Musketiers in de Garde van de Koning. Één voor allen en Allen voor één!


Musketeers versus Cthulhu is een rollenspel avontuur van Claudia Christian en Chris McAuley en gebaseerd op de regels van Call of Cthulhu. En het gaat over de dappere avonturen van de Musketiers in Parijs van 1626. En de gevaren komen niet alleen van de samenzweringen van de Kardinaal Richeleu, maar ook van monsters van voorbij de sterren. Als dat maar goed gaat. 

Nieuwe karakters

Richart Rouzet - Deze Musketier was eerst een lekenbroeder. Maar hij is uit zijn klooster gezet en heeft een nieuwe baan als Musketier gevonden. Waarom hij precies is weggestuurd bij zijn klooster is onduidelijk. 

Bernárd "Benno" de Rothschild - Deze Musketier is het zwarte schaap uit een zeer rijke familie. Om zo min mogelijk reputatieschade aan te richten hebben zij een baantje voor hem geregeld bij de Musketiers. 

Malo de Guesclin - De Bretonse Musketier heeft Bretagne moeten verlaten, wegens onduidelijke omstandigheden. Hij heeft zich aangesloten bij de Musketiers in Parijs. 

Albèrt D'Arcy (de vijfde Musketier) - Deze Musketier spreekt als een van de weinigen goed Engels. Dit heeft hij geleerd van Puriteinen, die Engeland verlieten en via Frankrijk naar Leiden wilden reizen. Iedereen die suggereert dat zijn moeder eigenlijk Engels was, krijgt met zijn zwaard te maken!


Maart 1626, Parijs

De Musketiers hebben van hun meerdere, Monsieur de Tréville een opdracht gekregen. Zij moeten naar een ongure taveerne gaan. En daar wachten op een oudere man, Damian de Salazar. Deze moeten zij begeleiden naar het hoofdkwartier van de Musketiers aan de Rue de Bac. Als het gevaarlijk wordt, is er een kelder in de taveerne, die naar de Seine leidt, en waar een bootje ligt. 

In de avond zitten de Musketiers in La Taverne du Poisson Rouge aan Place Saint Bernard. Het is een Taveerne in een kelder. Onder een vervallen uithangbord, waar een "S" volledig was vervaagd was een klein stenen trapje naar een kelderverdieping. Omdat de taveerne zo laag ligt, en zo dicht bij de Seine is, is er een hoop optrekkend vocht, de muren en de vloer zijn klammig. Boven de haard wordt een stoofpot gekookt met vis. De bedorven vislucht die eraf walmt is walgelijk, en steeds bubbelen er brokken vis naar boven en weer omlaag in de stoofpot, gek genoeg lijken ze rauw!
De gasten zijn nors en eenkennig. 
De barman, Monsieur Marais volgens Monsieur de Tréville, is wanstaltig dik en deelt met tegenzin glazen drank uit. Om niet al te veel op te vallen, gaat Musketier Bernárd naar de bar, een armoedige bedoening, gemaakt van een paar tonnen en ruwe planken. Hij vertrouwt de wijn niet en bestelt een gesloten fles. Met tegenzin verkoopt Monsieur Marais deze aan de Musketier. Terwijl Bernárd aan de bar wacht op zijn bestelling, wordt hij benaderd door een verlopen dame, die bijkans uit haar jurkje puilt. Zij wil niets liever dan Bernárd bezighouden, of anders voorgesteld worden aan zijn leuke vrienden. Bernárd en de andere Musketiers hebben totaal geen zin in deze dame, die hen ongetwijfeld meteen zal beroven. Zij schenken hun beroerde wijn in de bekers en wachten tot Damian de Salazar komt opdagen.  

Musketier Albèrt kijkt om zich heen naar de andere gasten en hij vindt dat zij er allemaal maar raar uitzien. Ze hebben allemaal vreemde, bolle ogen, die ver uit elkaar staan. Bovendien hebben zij ook allemaal vreemde plooien in hun korte nekken, net onder de oren. Sommigen hebben zelfs een vlies tussen hun vingers. Die kleine vissersgemeenschappen zijn wel heel erg op zichzelf gericht!

Dan gaat de deur weer open. Een oudere man, die er bepaald vermoeid en bezorgd uitziet, komt het trapje afgelopen. Onder zijn arm draagt hij een leren rugtas, die hij tegen zich aanklemt. Hij kijkt om zich heen in de donkere ruimte. Bernárd zwaait met zijn hoed om zijn aandacht te trekken. Dankbaar en opgelucht komt de man naar de Musketiers toegelopen. Het is inderdaad Damian de Salazar. 
Damian de Salazar is erg van streek. Zijn dochter Alicia, zijn enige kind, is ontvoerd! En hij weet niet door wie of waarom. Als losgeld willen zij nu een werk van zijn hand, de vertaling van de Derde Sleutel van Solomon. Het is natuurlijk zijn levenswerk, om deze instructies van Koning Solomon vertaald te hebben, maar verder vrij obscuur. Niet iets om een meisje over te ontvoeren. Maar Damian de Salazar heeft contact gehad met de ontvoerders van zijn dochter, hij moet het boek naar een huis aan de Rue de Grenelle brengen. Dan kan hij zijn dochter terugkrijgen. 
De Musketiers hebben een andere opdracht, Monsieur de Salazar moet naar de Rue de Bac gebracht worden! Bernárd denkt dat ze best Monsieur de Salazar eerst naar de Rue de Grenelle kunnen brengen en daarna naar Rue de Bac. 

Terwijl de Musketiers hierover soebatten, vliegt de deur van de taveerne weer open. In de deuropening staat een knappe jongeman met twee getrokken pistolen en een rode tabberd, achter hem zijn nog meer mannen in het rood te zien. Dit zijn mannen van de Kardinaal! De man in het rood zegt dat hij hier is om Damian de Salazar te arresteren in naam van Kardinaal Richeleu en iedereen die zich verzet staat ook onder arrest. Nog voor de Musketiers kunnen reageren heeft een van de andere gasten in de taveerne al een mes naar de jonge blaaskaak gegooid en reutelend en bloedend stort hij ter aarde!
Nu breekt de paniek pas goed los. Damian de Salazar wil niet gearresteerd worden, maar kan ook niet meer door de deur vluchten. De Garde van de Kardinaal wil wraak voor de dood van hun leider en zij komen de trap af. De gasten van de taveerne willen zich verdedigen tegen de Garde. En de Musketiers zitten er middenin!

Het valt Musketiers Albèrt en Malo op dat Monsieur Marais de chaos niet afwacht. Hij duikt meteen de kelder in, ongetwijfeld op weg naar de geheime gang. Zij gaan meteen achter hem aan en Bernàrd en Richart volgen. Terwijl zij de trap aflopen naar de kelder, valt boven al het eerste schot, dat wordt een bloedbad...
In de kelder zien zij Monsieur Marais nog net verdwijnen door een verborgen deur, achter een stel kapotte vaten en meubels. Snel grissen zij een paar lampen en kandelaars mee en volgen hem door de deur, voor de vechtende meute boven hen achterna komt. 

Eenmaal door de deur is de barman nergens meer te zien. De Musktiers staan in een lange, donkere gang. Het smerige brakke water klotst rond hun enkels. Leidt deze gang werkelijk naar de Seine? Welke gevaren liggen er op hen te wachten?

 



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten