Translate

zondag 14 juli 2024

Call of Cthulhu VI - Baeg Ma Aisus

De Romeinse groep is weer bij elkaar gekomen en ze krijgen nu wat meer zicht op de groepering achter de vreemde poppetjes en de angstige lokale bevolking. 

Draco Silvius Dorso - Patriciër
Gaius Valerius Lucanis - Wetenschapper in dienst van Draco Silvius Dorso 
Vibus Norbanus - Ziener in dienst van Draco Silvius Dorso (niet aanwezig)
Proclus Servilius Adventus - Ex-slaaf van, maar nu als bankier in dienst van Draco Silvius Dorso.
Marcus Livius Cicero - Senator en rivaal van Draco Silvius Dorso (afwezig)

Ante Diem VI Kalendas Mensis November, in het Eerste Jaar van het Consulschap van Hadrianus en Caesar of 898 Ab Urbe Condita, Sarum

In de Taberna van Sarum overdenken de Romeinen wat zij allemaal gezien hebben. Er broeit duidelijk een of andere religieuze opstand tegen de Romeinse overheersing. En kennelijk gebruiken de opstandelingen de poppetjes als een manier om zich te identificeren. De vraag is nu of de Romeinen teruggaan naar Aquae Sulis om daar een consul te informeren of dat ze direct naar Londinium gaan, om daar de Praefect meteen te waarschuwen. Vibus denkt dat het tijd is voor meer Staal op Straat! Na enige discussie besluiten de Romeinen om naar Aquae Sulis terug te keren, dan zijn de legioenen het snelste geïnformeerd. 

Wanneer de Romeinen onder leiding van hun gids Drus de volgende dag op weg gaan, vertelt hij hen over de Baeg Ma Aisus. Dit zijn aanhangers van de God Aisus, die samen met Tautatis en Taranis de belangrijkste Goden van de Belgae zijn. En hij kan overvloed brengen, maar daarvoor vraagt hij wel mensenoffers. En als de Baeg Ma Aisus in de buurt zijn, probeert iedereen om gevangenen, vijanden en vreemdelingen aan de Baeg Ma Aisus te overhandigen voor de mensenoffers. Zo hoopt iedereen dat hun vrienden en familie niet zullen eindigen als offers voor Aisus. 

Aisus


Terwijl de Romeinen nadenken over dit gruwelijke nieuws en zich realiseren dat zij zowel vreemdelingen als vijanden zijn, komen zij bij een kruispunt. Daar heeft iemand een klein altaar opgericht, van een paar boomstronken en wat planken. Er staat ook weer een gruwelijk stropoppetje met een kleine strop op het altaar. De Romeinen worden hier boos over en Draco Silvius Dorso schopt het altaar omver. 
Op dat moment springen er ook een aantal bandieten uit de bosjes. Proclus Servilius Adventus ziet de bui al hangen en besluit dat sinds hij nu een huisvader is, hij moet vluchten. Maar helaas kan hij nauwelijks paardrijden en hij valt van zijn paard. Ook Gaius Valerius Lucanis probeert te vluchten en valt van zijn paard. De gids Drust wordt meteen bewusteloos geslagen door een stel overvallers. 

Proclus Servilius Adventus trekt zijn zwaard en zwaait daarmee naar de overvallers. Vibus Norbanus trekt een mes en prikt daarmee vervaarlijk naar de bandieten. Ook Gaius Valerius Lucanis trekt zijn zwaard en verdedigt zich. Draco Silvius Dorso heeft minder geluk en wordt ernstig verwond. De bandieten weten Drust te grijpen en trekken zich terug. De Romeinen besluiten om geen achtervolging in te zetten, aangezien Draco Silvius Dorso ernstig gewond is. De paarden worden gevangen en de Romeinen verbinden hun wonden. Voor nu moeten zij Drust achterlaten en zij trekken zich terug naar Aquae Sulis. 

Eenmaal in Aquae Sulis aangekomen, rijden de Romeinen meteen naar de ommuurde binnenstad en eisen een audiëntie bij de Consul Marinus. Omdat Draco Silvius Dorso nog steeds ernstig gewond is, en van hoge komaf, krijgen zij die meteen. Draco Silvius Dorso mag op een ligbank rusten, terwijl bedienden van de consul zijn wonden verzorgen. Hij vertelt over de stropopjes met de stroppen, over de overval en over de zorgen van de ontvoerde Drus. De consul neemt de waarschuwingen over een opstand erg serieus en vraagt zich af of de Druïden hier weer achter zitten. Maar wanneer de naam van Baeg Ma Aisus valt, schrikt iedereen enorm. Slavin Merie laat meteen een waterkom vallen en begint te huilen. Vibus Norbanus troost haar. 

Gaius Valerius Lucanis dringt er bij Consul Marinus op aan dat er iets moet gebeuren. De Consul is dat met hem eens en stuurt meteen bodes naar het legioen dat even buiten Aquae Sulis gelegerd is. In het ergste geval stelt het allemaal niets voor en krijgen de soldaten wat beweging. De groep besluit om met het garnizoen mee te gaan. Maar eerst willen zij nog de bijstand van Minerva Sulis afsmeken voor een goede afloop. 

Het garnizoen gaat op pad, en de Romeinse groep gaat mee om de weg te wijzen. Wanneer zij bij de kruising komen, waar de Romeinen overvallen werden, zijn de sporen van de bandieten makkelijk te vinden. Na enige tijd vinden zij een kleine vallei met een enorme boom erin. De boom is enorm en domineert de hele vallei. Een gevoel van angst bekruipt de Romeinen, er lijken dingen tussen de takken van de boom te hangen. Wanneer ze dichterbij komen, voelt Vibus Norbanus iets breken onder zijn laars. Hij kijkt en ziet een schedel van een mens! Nu de Romeinen begrijpen waarnaar zij kijken, zien zij dat de grond onder de boom bezaaid is met skeletten van mensen. Tussen de takken hangen nog steeds lichamen aan touwen. Om de stam zijn lichamen gebonden, die zijn afgeranseld. De Romeinen zijn diep geschokt door deze vindplaats van mensenoffers die al eeuwen teruggaan (SAN check)!
De leider van het garnizoen geeft de opdracht om de boom om te hakken en te verbranden. Ze zullen hier Romeinse beschaving brengen, wat het ook mag kosten! 

Death's Head Tree 
Ravenloft 2nd ed.
Castles Forlorn


Een paar soldaten beginnen de boom om te hakken en dat zal nog wel even duren. De rest van het garnizoen bouwt een tijdelijk kamp even verderop. Die nacht maken de Romeinen zich grote zorgen. Heeft deze gruwelijke boom zelf ook nog machten? Zullen de Baeg Ma Aisus die avond aanvallen? Vibus Norbanus doet weer een ritueel om meer te weten te komen. Hij ziet dat de offers van de Baeg Ma Aisus niet alleen bedoeld zijn om de wrede God Aisus tevreden te stellen, maar de priesters doen daarmee ook voorspellingen over de toekomst. 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten