Translate

zondag 28 augustus 2022

Pendragon CVII - Het avontuur van de Weerwolf

 De groep kwam weer bijeen. Virtueel dit keer, want een van ons worstelt nog steeds met Corona. En we werden liever niet (nog een keer) besmet). Omdat de vorige keer het avontuur van het Kasteel van Licht zo een succes was, hebben we dit keer weer voor een avontuur uit een boek gekozen. Het ging om het avontuur van de Weerwolf, uit the Spectre King

Pendragon pagina
Geschiedenis van Logres
Benno van Steeple Langford
Brent van Dinton (afwezig)
Eliot de Jongere van Burcombe
Romulus Livius van Broughton

The Spectre King

Old Sarum, 558

Sir Benno heeft de hele winter nagedacht over het bericht dat zijn halfbroer Griogair van Lothian wordt verdacht van moord. Hij weet dat er in het recente verleden verschillende verdachte overlijdens zijn geweest. Sir Dornar van Gales stierf waarschijnlijk in 540, aangevallen door een groep ridders. Sir Herrindale, erfgenaam van Hoge Koning Arthur stierf in 541. Een jaar later stierf ook Sir Borre, een bastaard van Hoge Koning Arthur in 542. En in 552 was het tijdens het toernooi van Surluse wel erg duidelijk dat het team uit Lothian van plan was om Sir Lamorak en misschien ook Sir Arnold, nog een zoon van Hoge Koning Arthur te doden tijdens de melee, onder het mom van een ongeluk. Heeft Sir Griogair daar de hand in gehad? En hebben de andere ridders uit Lothian er dan ook mee te maken? Sir Benno maakt zich zorgen. 

Zaterdag 8 juni 558, de dag voor pinksteren, Camelot

De ridders begeven zich dit jaar naar Camelot om daar de pinksterviering bij te wonen. Ze nemen deel aan een jacht, georganiseerd door de Hoge Koning. Het is niet echt de bedoeling om thuis te komen met herten of everzwijnen, maar om op een mooie, zonnige lentedag een ritje te maken door het land rondom Camelot. Als ridders daarbij gepast indruk kunnen maken op de hooggeboren jongedames, is dat alleen maar mooi meegenomen. 

Sir Eliot besluit om de wijn mee te nemen. Hoe meer hij daarvan drinkt, hoe beter hij gaat zingen (Energetic +3, Valorous +3). Vindt hij zelf. Sir Romulus en Sir Benno besluiten dat alcohol en jagen niet samengaan. Zij blijven nuchter.

Sir Eliot is alweer een paar jaar weduwe, sinds Vanessa, de dochter van Sir Benno, is overleden (in 556) aan de Gele Pest. Hij is op zoek naar een nieuwe echtenote, of een naar een iets informelere regeling. Hij treft Clarissa, een frisse, hooggeboren dame die wel raad weet met een plezierjacht. Wanneer zij zich weten af te zonderen van de rest van de jachtpartij op een wel heel idyllische open plek, blijkt dat zij nog onder de indruk is van zijn gedichten ook! (Romance critical)

Sir Guaire

Maar dan schallen de jachthoorns. Er is een prooi gezien! Een wel heel mooi hert komt uit de bosjes gestormd, rent het pad over, en verdwijnt weer in ander struikgewas. Een verder onbekende ridder achtervolgt het hert en de andere ridders willen volgen. Maar er lijkt zich ook een monster in de bosjes te verschuilen. Ze horen de geluiden van een zwaar gevecht. Sir Romulus en Sir Benno willen de achtervolging inzetten, maar hun paarden werken niet mee. Maar voor ervaren ridders is dat geen probeelm (Horsemanship success). 

Wanneer Sir Romulus en Sir Benno gaan kijken, zien zij iets wonderbaarlijks. Een ridder is in een zwaar gevecht met de een enorme wolf. Maar wanneer Sir Romulus en Sir Benno proberen hun collega te ontzetten, staakt de wolf zijn aanvallen. Hij wil alleen de onbekende ridder aanvallen, maar niet Sir Romulus en Sir Benno. De wolf is naar hen toe zelfs erg beleefd. Hier zit een mysterie achter, en Sir Romulus en Sir Benno zullen het oplossen. De wolf gaat mee naar Camelot, samen met de ridder. 
De ridder blijkt Sir Guaire te heten en was vroeger in dienst van Hertog Galehaut van de Lange Eilanden. Maar sinds deze is overleden, zwerft Sir Guaire rond, op zoek naar een nieuwe leenheer. 

In Camelot is iedereen in het begin bang van het woeste monster. Maar wanneer de mensen kunnen zien dat de wolf zich bijzonder beleefd gedraagt, slaat die mening al snel om. De wolf wordt een nieuwe sensatie aan het hof en iedereen wil even gezien worden met de wolf, lijkt het. En al snel vliegen de theoriën en voorspellingen heen en weer. Het is een getemde wolf! Nee, het is eigenlijk een goed getrainde hond! Nee, het is een vervloekte man, die de vorm van een wolf heeft gekregen! Nee, het is een zegening van de Allerhoogste, speciaal voor deze pinksteren! 
Maar hoe beleefd de wolf verder ook is, hij blijft agressief reageren, iedere keer als Sir Guaire in beeld komt.

Zondag 9 juni, Pinksteren 

Het is de dag van Pinksteren en de ridders krijgen de opdracht om na de Mis naar de troonzaal te gaan om daar de wolf te presenteren aan Hoge Koning Arthur, hij wil meer weten over deze wonderbaarlijke wolf, die zich gedraagt als een man. 
Ook in aanwezigheid van Hoge Koning Arthur weet de wolf zich te gedragen alsof hij werkelijk intelligent is. Sir Romulus en Sir Benno vertellen hoe zij de wolf aantroffen en dat zij ingrepen in het gevecht tussen Sir Guaire en de wolf. Het valt ook Koning Arthur op dat de wolf zich vijandig gedraagt naar Sir Guaire. Hij geeft iedereen de opdracht om het mysterie van de wolf te ontrafelen. En dan is het tijd voor het Pinkstermaal. De wolf zit tussen Sir Benno en Sir Romulus in en krijgt van iedereen de beste hapjes. 
En een feest zou geen feest zijn zonder kleine relletjes. Sir Eliot ziet dat twee ridders, waarschijnlijk onder de invloed van drank, een ruzie krijgen over de grootte van hun zwaard. Sir Eliot is behoorlijk onbesuisd (Reckless succes) en stort zich tussen de vechtende ridders en haalt ze uit elkaar. 
In de buurt van Sir Benno zijn er twee hooggeboren dames die een discussie hebben over waaiers en het juiste gebruik daarvan. De discussie loopt steeds verder uit de hand en lijkt uit te monden in een ruzie. Sir Benno grijpt tijdig in. 

Maar Sir Romulus en Sir Benno houden ook de opdracht van Hoge Koning Arthur in gedachten. Het mysterie van de wolf moet worden opgelost. Sir Benno vraagt zich af of het mogelijk is te achterhalen of de vreemde wolf een echte wolf is, die wat truukjes heeft geleerd, of een echt mens is, die vervloekt is. Hoe valt zoiets te testen. Zoals altijd, met een spelletje schaak. Een echte wolf kan niet schaken, maar een mens, zeker een hooggeboren mens, wel. Sir Romulis vindt een schaakspel en zet het op. De wolf laat duidelijk zien dat hij begrijpt wat een schaakspel is en hoe het gespeeld moet worden. Deze wolf is een mens. 
Dan moet er toch iemand zijn in Camelot, die hier meer van weet? De ridders gaan op onderzoek uit. Wanneer zij een wandeling met de wolf maken, door Camelot, zien zij dat de wolf weer aanslaat, maar dit keer niet bij Sir Guaire, maar bij een groepje passerende hofdames. Zij zijn alleen hooggeboren dames, maar niet bijzonder hooggeboren, Sir Romulus en Sir Benno kennen geen van hen persoonlijk. 

Sir Romulus en Sir Benno treffen Sir Tathal van Bedegraine, een jonge ridder. Deze ridder was vroeger veel aan het hof van Camelot, aangezien de ridder bij wie hij in dienst was als schildknaap een ridder van de Ronde Tafel was. De wolf is buitengewoon blij om Sir Tathal te zien. Sir Tathal is verbaasd en weet niets over een wolf. Hij vertelt dat hij vroeger schildknaap was van Sir Marrok, een ridder van de Ronde tafel. Maar hij is al zeker een jaar of zeven verdwenen van het hof. Niemand weet waar hij gebleven is, maar Hoge Koning Arthur wil hem niet dood verklaren, aangezien zijn naam nog altijd op zijn stoel aan de Ronde Tafel staat, een duidelijk teken dat Sir Marrok nog in leven is. 
Sir Tathal vertelt verder, het huwelijk tussen Sir Marrok en zijn Vrouwe Indeg was niet goed. Het zou Sir Tathal niets verbazen, wanneer Vrouwe Indeg meer weet van zijn verdwijning, of er zelfs de hand in heeft gehad. 

Sir Tathal van Bedegraine

Sir Romulus en Sir Benno hebben eindelijk een aanwijzing en gaan naar de zaal van de Ronde Tafel. Hier hebben alle ridders van de Ronde tafel een stoel met hun naam. De Wolf springt meteen en zonder twijfelen op de stoel van Sir Marrok. 
Sir Romulus en Sir Benno zijn hier heel blij mee. Nu hebben zij tenminste een naam en kunnen zij gericht verder zoeken. Sir Marrok liet een Vrouwe achter, toen hij verdween, Vrouwe Indeg. De afgelopen jaren heeft zij het leen van haar verdwenen echtgenoot beheerd. Wanneer de ridders haar opzoeken, wordt de wolf meteen weer agressief. Zij was ook onderdeel van het groepje hofdames, dat eerder al een reactie ontlokte aan de wolf. Waarom heeft deze wolf zo een hekel aan Vrouwe Indeg? Had Sir Tathal gelijk en heeft Vrouwe Indeg iets te maken met de verdwijning van haar echtgenoot?

Vrouwe Indeg kan vertellen dat haar heer inderdaad zeven jaar geleden is verdwenen. Zij denkt dat hij inmiddels wel dood is, anders had hij bericht kunnen sturen naar haar of om losgeld kunnen vragen. Het was niet gek dat Sir Marrok zo lang weg kon blijven. Hij ging er vaker een paar dagen tussenuit, vast om een of andere laaggeboren sloerie te bezoeken, dus toen hij wegging was niemand bezorgd. Toen hij langer wegbleef ook niet. Toen hij echt lang wegbleef en er een zoekactie werd gestart, waren alle sporen al oud en werd er nooit iets gevonden. 
Vrouwe Indeg denkt dat haar man dood is. Als hij ergens anders was, had hij bericht kunnen sturen. Als hij een gevangene was, was er wel een verzoek om losgeld gekomen, maar er is nooit enig bericht geweest. Hij is al lang dood. 
Wanneer de ridders Vrouwe Indeg vragen naar Sir Guaire, zegt zij dat zij hem niet kent, een van de vazallen van een grote heer uit het Noorden? Maar Sir Romulus kent de tekenen van gelieg en bedrog, Vrouwe Indeg liegt dat ze barst en kent Sir Guaire erg goed. Wat is hier gaande?

Sir Marrok

Ondertussen heeft Sir Eliot zijn eigen avonturen. Hij vond de middag, die hij met Clarissa doorbracht wel erg gezellig en misschien is het tijd om eens te hertrouwen. Hij gaat op zoek naar haar vader. Tot zijn grote schrik komt hij er achter dat haar vader Sir Bohort de Jongere van Ganis is! Een volle neef van Sir Lancelot en een van de weinigen die de Graal heeft mogen aanschouwen. Sir Bohort is nog maar net terug van zijn pelgrimage naar het Heilige Land, waar hij er getuige van was dat Sir Galahad ten hemel werd opgenomen. Sir Bohort de Jongere is een zeer nobele, zeer Christelijke ridder. 

Sir Bohort de Jongere
de Ganis

Sir Bohort is zeer verbaasd wanneer Sir Eliot hem aanspreekt. Hij is zolang weggeweest uit Logres en heeft zijn familie al zo lang niet gezien, dat hij nog steeds denkt dat zijn dochter Clarissa een meiske van een jaar of 12 is, die vlechten draagt en met poppen speelt. Ze is echter ook niet zo oud als Sir Eliot dacht en is slechts 17 jaar. Maar na enig praten krijgt Sir Eliot toestemming om Vrouwe Clarissa het hof te maken (Amor Clarissa 13, Amor Eliot 11)
Sir Eliot weet hoe het hoort en hij vraagt Vrouwe Clarissa ten dans. Daarna maken zij een romantische wandeling over de maanverlichte kantelen van Camelot. 

De volgende morgen komen de ridders weer bijeen. Het is nu wel duidelijk dat Sir Marrok om de een of andere reden in een wolf is veranderd. Sir Eliot weet uit zijn lange tijd bij de Faerie dat er wezens zijn die van gedaante kunnen veranderen. Maar wanneer je hun kledij of vacht afpakt, dan zijn ze gedwongen om in 1 vorm te blijven. Zo zijn er zeehonden die in mensen kunnen veranderen, maar ook zwanen of natuurlijk weerwolven. 
Hoe kan Marrok weer terug veranderen? Zijn kleren moeten gevonden worden, maar waar zijn die nog te vinden na zeven jaar? Zouden ze hier nog in Camelot te vinden zijn? Of zullen ze in Silchester moeten zoeken? Hoe kunnen ze dat geheim houden voor Vrouwe Indeg, als een stel ridders door haar persoonlijke kleerkast wil snuffelen?

Eerst vragen zij Tathal om de kledij van Sir Marrok, maar hij heeft na al die jaren niets meer van Sir Marrok. Dan gaan zij stiekem naar het oude landgoed van Sir Marrok, het is in Silchester, dus dat kan prima als een dagtripje. Aldaar weten zij zich naar binnen te kletsen bij de oude rentmeester die in afwezigheid van Vrouw Indeg het landgoed beheert. Zonder al te veel moeite dringen zij zich naar binnen in haar persoonlijke slaapkamer. Maar daar is geen kleding van Sir Marrok meer te vinden. Na wat vragen is duidelijk dat er ook geen kledij meer is. Vrouwe Indeg heeft na de verdwijning van haar man een paar jaar later alles weggeven of laten verbranden. Onverrichterzake keren de ridders weer terug naar Camelot. 

Dan besluiten zij om Vrouwe Indeg en Sir Guaire in de gaten te houden. Wanneer Sir Guaire die avond stiekem Camelot probeert te verlaten, zetten zij de achtervolging in. Sir Guaire reist naar een verlaten ruïne langs een kleine rivier. Eenmaal aangekomen daar, zien de ridders dat Sir Guaire onder een paar stenen een stapel kledij te voorschijn haalt en hij probeert deze te verbranden! Dit leidt natuurlijk meteen tot een gevecht. Tegen ervaren ridders kan Sir Guaire weinig uitrichten en al snel wordt hij bewusteloos geslagen en mee teruggenomen naar Camelot. 

De volgende morgen vragen de ridders weer een audiëntie met Hoge Koning Arthur aan. Ze hebben een oplossing voor zijn queeste en weten nu het verhaal van de wolf. Sir Romulus vertelt het verhaal en laat de bewijzen zijn. Dan hoopt hij dat de wolf weer in Sir Marrok verandert. Maar de wolf is te verlegen om zijn kleren aan te trekken waar alle hovelingen bij zijn. In een privé kamer trekt de wolf zijn kleren aan en verandert weer in Sir Marrok. Hij is erg dankbaar voor de ridders en hun dappere daden. Hij was bang altijd een wolf te moeten blijven. 

Hoge Koning Arthur ontbindt het huwelijk tussen Sir Marrok en Vrouwe Indeg. Vrouwe Indeg en Sir Guaire worden voor altijd verbannen van Camelot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten