Translate

vrijdag 8 mei 2020

Pendragon LXXIX - De Koning is Kwijt

Wegens Corona spelen we nog steeds via Jit.si. De ridders waren vorige keer aanwezig bij een toernooi, en ditmaal willen zij de geruchten over het graf van een onbekende ridder in het Woud van Arroy eens onderzoeken.

Pendragon pagina
Geschiedenis van Logres
Benno van Steeple Langford
Marcus Livius van Broughton
Turquine van het Quinqueroi Forest

Peterborough, juli 540

De ridders hebben indruk gemaakt tijdens het toernooi van Lonazep en nu willen zij nog niet naar huis terugkeren. Aangezien er nergens oorlog lijkt te zijn, besluiten zij om naar het Woud van Arroy te gaan, in Warwickshire. Wie weet komen zij iets interessants op het spoor. 
De ridders rijden door het zomerse, Britse landschap en er schijnt geen vuiltje aan de lucht te zijn. De bomen met hun groene blaadjes waaien in de wind, de vogels fluiten. Het voelt meer als een uitje dan als een queeste. 
(Door Corona kom ik echt te weinig buiten...) 

Woud van Arroy

Eenmaal in het Woud van Arroy volgen de ridders een pad. Uiteindelijk komen zij uit bij een kluizenaar die zich in dit eenzame woud heeft overgegeven aan contemplatie. Hij kan hen meer vertellen. Een aantal jaar geleden was hij in het woud, op zoek naar hout, kruiden en voedsel toen hij op een open plek getuige was van een lafhartig gevecht. Vier ridders vielen een vijfde aan. Deze delfde natuurlijk al snel het onderspit, waarna de andere ridders weer vertrokken. De kluizenaar deed wat ieder goed Christen zou doen en begroef de arme man. 
De ridders vragen naar de naam van het slachtoffer en de daders, maar die weet de kluizenaar niet. Als de vier wrede ridders hadden geweten dat hij hen had gezien, was hij ook gedood. Wel heeft hij het schild van de overleden ridder bewaard. Hij haalt het tevoorschijn. 

De onbekende ridder

De ridders kijken hiernaar en proberen zich voor de geest te halen wie dit kan zijn. Gek genoeg is het Turquine die deze ridder meteen herkent (Heraldry critical). Het is Dornar van Gales, een van de velen zonen van Koning Pellinore. De ridders kennen Koning Pellinore wel. Deze Koning had weinig zin in het Koningschap en reisde rond in het land, waarbij hij een hoop heibel veroorzaakte, hij doodde bijna Bradwen Eenoog, de vader van Benno van Steeple Langford. En later sloten de ridders vriendschap met een van de vele zonen van Koning Pellinore, Ridder Percival en beleefden zij met hem nog vreemde avonturen.

Sir Pellinore,
Koning van Norgales
Sir Percival,
Prins van Norgales






















En nu is Sir Dornar dood. Zijn familie zal op de hoogte gesteld moeten worden. En wie zijn deze oneervolle ridders die met vier tegelijk en eenzame ridder aanvallen? Dat druist toch in tegen alle regels van de ridderlijkheid? Heeft het misschien te maken met de dood van Sir Pellinore, zijn dood is nooit opgelost. Een aantal jaar geleden daagde Sir Meliodiam, een zoon van Pellinore Sir Gawain uit voor een duel, omdat hij dacht dat Gawaine de hand had in de dood van Pellinore. Meliodiam stierf hierbij. 
De ridders besluiten in elk geval eer te bewijzen bij het graf van Sir Dornar. Daarna soebatten zij even. Zullen zij verder trekken naar Norgales, om daar een van de zonen van Pellinore te vinden? of juist proberen Percival op te sporen, die onderzoek doet naar zijn eigen familie en hun band met de Graal? Uiteindelijk besluiten de ridders naar Oxford te trekken. Dit is een klein, maar belangrijk centrum van kennis. Als Percival meer wil leren over zijn vreemde familie, zal hij misschien daar zijn?

Oxford

Lang geleden hebben de verre voorvaderen van Sir Benno en Sir Marcus nog een jongeman, Pertoines geholpen om in Oxford kennis te verzamelen. Tegelijkertijd hebben zij toen ook het omliggende land van Rydychan ontdaan van een stel roofridders (in 495, 45 jaar geleden alweer). Sir Benno, Sir Marcus en Sir Turquine hebben zelfs nog landgoederen in dat gebied.
Inmiddels is Oxford een aardige plaats geworden. De bibliotheek heeft jongemannen aangetrokken die meer willen leren over de wereld. En na het leren willen ze natuurlijk graag eten en een biertje drinken en ergens slapen. Dus dat trekt ondernemers aan die dit allemaal leveren.
Percival is inderdaad hier. In de Hall van Eliot, waar boeken over verschillende religies te vinden zijn. Wanneer hij hoort over de dood van zijn neef Dornar is hij boos en bezorgd. Voert iemand een geheime campagne tegen zijn familie. Hij dankt de ridders voor hun nieuws en gaat naar Norgales om zijn familie op de hoogte te stellen.

Augustus 540, Silchester

Wanneer de ridders terugreizen door het zomerse landschap van Silchester ruiken zij plotseling een vreselijke stank. Zij passeren juist een begraafplaats. Wanneer zij daar gaan kijken zien zij dat de begraafplaats vernield is. Gedenkstenen zijn omvergegooid, lichamen zijn opgegraven en aangevreten en overal liggen uitwerpselen van een of ander dier. Dit kunnen alleen maar Hyena's zijn, deze gruwelijke, duivelse beesten komen af op overdadig gebruik van vuige magie! Deze lelijke en gevaarlijke beesten zijn de nakomelingen van Jachthonden en grote Katten. Ze veranderen continu van geslacht en voeden zich met het vlees van lijken.

Uit de Northumberland Bestiary

Goede, Christelijke ridders (en zelfs Wotanische) kunnen dit niet aanzien natuurlijk. Wanneer zij zien hoe deze beesten zich tegoed doen aan de lijken van goede mensen, vallen zij aan. De woeste furie van de ridders verjaagd de Hyena's al snel. Maar de ridders maken zich zorgen, deze beesten moeten vernietigd worden. 
De ridders laten hun schildknapen bij de paarden en trekken zelf het woud in, op zoek naar de Hyena's. Al snel merken zij deze magische wezens ook behoorlijk slim zijn. De groep Hyena's splitst in twee groepen. Een groep lijkt terug te keren naar de schildknapen en de paarden, terwijl de anderen de ridders weglokken. De ridders laten zich niet afleiden en proberen eerst hun schildknapen en paarden te beschermen. De Hyena's zijn niet heel sterk en nadat er een paar gedood zijn, vlucht de rest. De ridders zetten een achtervolging in, tot zij bij een rivier komen. De Hyena's hebben weten te ontsnappen.

Hyena

Wanneer de Hyena's verjaagd zijn, doen de ridders hun best om de begraafplaats weer in orde te maken. Zij kijken verder rond en zien dat de begraafplaats hoort bij een dorpje dat verder volledig verlaten is. Dat is vreemd, wat ze zijn midden in Silchester, een van de meest vreedzame stukken van het Rijk van Hoge Koning Arthur. Wat kan hier gebeurd zijn dat de bevolking is vertrokken, niet meer is teruggekeerd en wat heeft de Hyena's aangetrokken?
Enigszins bezorgd reizen de ridders verder naar huis.


Old Sarum

Eenmaal aangekomen in Old Sarum willen Sir Turquine en Sir Marcus beginnen met de voorbereidingen voor het enorme toernooi dat Sir Turquine in Peterborough heeft toegezegd. Maar hen wacht een grote schok, eerder dit jaar is Koning Arthur verdwenen uit zijn eigen slaapkamer! Niemand weet waar hij gebleven kan zijn. Eerst Vrouwe Ysolde en nu dan Koning Arthur? Wat is er toch gaande in het rijk. 

Winterphase

Vrouwe Nimue van het Meer komt naar Sarum en verblijft bij Sir Turquine. Wanneer zij hoort van de ontmoeting met de Hyena's wil zij daar alles van weten en zij vraagt dat de ridders haar volgend jaar naar de plek brengen waar de Hyena's gezien zijn. 

Een van de tantss van Sir Benno, Vrouwe Mercedes hertrouwt. 
Sir Marcus had een neef, Sir Adrianus, die al lang in Wessex leeft. Deze heeft kennelijk een soort vreemde liefde opgevat voor Sir Marcus. Maar Marcus heeft alleen oog voor zijn vrouwe Alis. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten