Pendragon pagina
Geschiedenis van Logres
Benno van Steeple Langford met zijn schildknaap Flannedrius
Marcus Livius van Broughton
Turquine van het Quinqueroi Forest (afwezig)
Steeple Langford, vroege lente 538
Aan de poort van het fort van Steeple Langford klopt een boodschapper aan. De jonge schildknaap Flannedrius doet open. Hij laat de verregende man binnen en laat zijn heer, Sir Benno weten dat er een boodschapper is. Deze boodschapper komt direct van Camelot. Hoge Koning Arthur laat weten dat zijn oudste zoon, Herrindale dit jaar met pinksteren tot ridder geslagen zal worden. Daarmee wordt hij formeel dan ook de kroonprins. Hoge Koning Arthur nodigt alle notabelen van het land uit om deze gelukkige gebeurtenis bij te wonen.
Herrindale Prins van Logres |
Herrindale is de oudste zoon van Hoge Koning Arthur en zijn eerste vrouw, Hoge Koningin Clare, dochter van Sir Caulas van Tisbury. Hij is geboren aan de vooravond van de Slag van Badon Hill. Inmiddels is hij twintig jaar en is het hoog tijd dat hij tot ridder geslagen wordt, natuurlijk. Een koningszoon die ridder wordt is natuurlijk ook een reden om flink feest te vieren.
Ondertussen verkeert Sir Marcus nog steeds in een diepe depressie. Vorig jaar werd hij bevangen door angst. Hij wilde het strijdperk betreden om te laten zien hoeveel hij hield van zijn Alis. Maar toen het puntje bij paaltje kwam stortte hij volledig in. Sindsdien leeft hij in een kleine kamer in zijn kasteel te Broughton.
Sir Benno en zijn schildknaap Flannedrius besluiten om langs te gaan. Misschien kunnen zij hem tot zinnen brengen. Sir Benno praat in op de woeste Sir Marcus. Er is meer in het leven dan passie alleen. Een succesvolle, stabiele relatie tussen twee mensen is op meer gebaseerd dan de spelletjes van het Hof der Liefde. Sir Marcus komt weer enigszins bij zinnen. Hij besluit zich te wassen en te scheren en zich weer onder de beschaafde ridders te begeven.
18 mei 538, onderweg naar Camelot
Sir Marcus en Sir Benno en hun gevolg trekken naar Camelot. Zij willen een paar dagen voor Pinksteren arriveren. Het zal druk worden en zij willen een goede plek om hun kampement op te slaan.
Onderweg komen zij een jachtgezelschap tegen. Al snel is het duidelijk dat dit de hoge heren zijn. De ridders zien Hoge Koning Arthur, zijn natuurlijke zonen Borre en Loholt. Maar ook Sir Kay en vele anderen. Deze heren zijn uit jagen geweest. Zij hebben wild geschoten, ter voorbereiding op de vele gasten die de komende dagen zullen komen. Hoge Koning Arthur verwelkomt deze jonge en dappere ridders en samen trekken zij verder naar Camelot.
Onderweg treft de groep een andere ridder. Deze man zit te paard en kijkt naar iets dat op de grond ligt. Hij kijkt niet op of om wanneer een luidruchtige jachtpartij vol hooggeplaatste lieden voorbij komt. Zijn uitrusting is van de modernste en beste soort. Maar zijn schild heeft nog geen wapen. Is hij dan geen ridder?
Hoge Koning Arthur stuurt Sir Kay vooruit om eens te kijken wat hier gaande kan zijn. Maar wanneer Sir Kay de jongeman aanspreekt, haalt deze uit met zijn gemaliede vuist en gooit zo Sir Kay van zijn paard! Geschrokken vragen Sir Benno en Sir Marcus om toestemming om uit te zoeken wat hier gaande is.
Wanneer Sir Benno en Sir Marcus de vreemde ridder naderen, herkennen zij hem. Het is Percival, zoon van Koning Pellinore van Norgales. Enige jaren (in 535) geleden kwam hij als extreem naïeve knaap naar het hof van Hoge Koning Arthur. Daar versloeg hij een onbeleefde ridder en vertrok weer, om een ridder waardig van Camelot te worden. Dat lijkt inmiddels gelukt te zijn.
Het lukt Sir Benno en Sir Marcus om Percival zonder gevaar voor eigen leven af te leiden van het spektakel waar hij zo door geobsedeerd is. Het blijkt dat Percival inmiddels ook een liefje heeft. En het zien van een zwarte Raaf, die een witte Duif opeet en het Bloed dat daarbij komt kijken, doet hem zo denken aan haar. En hij was natuurlijk zo in beslag genomen door gedachten aan zijn geliefde, dat hij zonder nadenken Sir Kay uit het zadel sloeg. (Dit is geheel in lijn met regels 22 en 27 van het Hof der Liefde)
Sir Marcus stelt Percival voor aan Hoge Koning Arthur. Deze verwelkomt een zoon van Koning Pellinore natuurlijk hartelijk aan zijn hof. Maar hij is zeer verbaasd om te horen dat niemand Percival nog tot ridder heeft geslagen. Sir Marcus stelt voor dat het mooi zou zijn wanneer Herrindale en Percival tegelijkertijd hun wake zouden houden en tot ridder geslagen worden. Tenslote leidde dat bij Hoge Koning Arthur en Sir Bradwen ook tot een bloedbroederschap die duurde tot de dood van Sir Bradwen. Hoge Koning Arthur vindt dat een goed idee.
Wanneer Sir Benno en Sir Marcus de vreemde ridder naderen, herkennen zij hem. Het is Percival, zoon van Koning Pellinore van Norgales. Enige jaren (in 535) geleden kwam hij als extreem naïeve knaap naar het hof van Hoge Koning Arthur. Daar versloeg hij een onbeleefde ridder en vertrok weer, om een ridder waardig van Camelot te worden. Dat lijkt inmiddels gelukt te zijn.
Het lukt Sir Benno en Sir Marcus om Percival zonder gevaar voor eigen leven af te leiden van het spektakel waar hij zo door geobsedeerd is. Het blijkt dat Percival inmiddels ook een liefje heeft. En het zien van een zwarte Raaf, die een witte Duif opeet en het Bloed dat daarbij komt kijken, doet hem zo denken aan haar. En hij was natuurlijk zo in beslag genomen door gedachten aan zijn geliefde, dat hij zonder nadenken Sir Kay uit het zadel sloeg. (Dit is geheel in lijn met regels 22 en 27 van het Hof der Liefde)
Sir Marcus stelt Percival voor aan Hoge Koning Arthur. Deze verwelkomt een zoon van Koning Pellinore natuurlijk hartelijk aan zijn hof. Maar hij is zeer verbaasd om te horen dat niemand Percival nog tot ridder heeft geslagen. Sir Marcus stelt voor dat het mooi zou zijn wanneer Herrindale en Percival tegelijkertijd hun wake zouden houden en tot ridder geslagen worden. Tenslote leidde dat bij Hoge Koning Arthur en Sir Bradwen ook tot een bloedbroederschap die duurde tot de dood van Sir Bradwen. Hoge Koning Arthur vindt dat een goed idee.
Zaterdag 22 mei 538, Camelot
Sir Bradwen van Steeple Langford |
Sir Griogair Prins van Lothian |
Het valt Flannedrius, de jonge schildknaap van Benno van Steeple Langford op, dat er wel erg veel overeenkomsten zijn tussen de schilden van Griogair van Lothian en de vader van zijn heer, Sir Bradwen Eenoog van Steeple Langford. Discreet wijst hij Sir Benno hierop, die de overeenkomsten nog niet had gezien. Flannedrius houdt aan. De wapenschilden van de oudste prinsen van Lothian zijn allemaal hetzelfde, Purper, met een tweekoppige, gouden adelaar, en nog een teken om aan te geven hoe senior ze zijn. Maar het schild van Griogair is radicaal anders. Het is Zilver, wel met een tweekoppige adelaar, maar die is purper. Verder een Zwaan in sabel, dat is natuurlijk naar zijn moeder Morgause. Maar dan, een Beer in Sabel. De enige andere ridder die een Beer in Sabel voert, is Bradwen geweest, en zijn voorvaderen.
Zou dit betekenen dat Sir Griogair misschien familie is van Sir Bradwen? Sir Bennno kan het nauwelijks geloven, maar hij laat Flannedrius een discrete afspraak maken.
In de loop van de avond valt het Sir Benno en Sir Marcus op dat Sir Borre steeds bozer wordt. Het zit hem duidelijk niet lekker dat Hoge Koning Arthur zijn zoon Herrindale de hele tijd zijn oudste zoon noemt. Het is waarschijnlijk voor het eerst dat Sir Borre zich realiseert dat hij niet de opvolger van zijn vader is. Plots staat hij met een rood hoofd op en lijkt het op een schreeuwen te willen zetten. Maar gelukkig zijn Sir Marcus en Sir Benno in de buurt. Sir Marcus slaat Sir Borre discreet knockout en samen met Sir Benno verwijderen ze hem van het feest, onder het mom van teveel gedronken.
Efficiënt dirigeren zij Sir Borre naar zijn slaapkamer en Sir Marcus probeert hem nog wat levenswijsheden mee te geven. Als hij Koning wil worden, zal hij zich als Koning moeten gedragen. Het is maar de vraag of het aankomt.
Sir Marcus blijft wantrouwig. Hij vermoedt dat ambitieuze types in het Koninkrijk van Brittannië het moment zullen gebruiken om Herrindale uit de weg te ruimen. Deze avond is hij bijzonder kwetsbaar natuurlijk. Hij besluit om samen met Sir Benno te waken bij de Kathedraal van Camelot.
Het wantrouwen van Sir Marcus wordt beloond. In de kleine uurtjes zijn er inderdaad een paar bandieten die er geen been in zien om de Kathedraal te naderen met snode plannen. Sir Marcus en Sir Benno vallen aan. De rabouwen weten nog flink wat tegenstand te bieden, maar de ridders overwinnen uiteindelijk wel. Ze weten nog een man in leven te houden. Deze kan niet veel vertellen. Een stoere krijger met rood haar en een vreemd accent beloofde veel geld als een suffe ridder over de kling gejaagd zou worden.
Sir Marcus is buitengewoon genadig en stelt voor dat de voormalige bandiet in zijn dienst komt, in ruil voor onderdak, eten en een bescheiden loon. Brian accepteert dat met graagte.
Sir Marcus blijft wantrouwig. Hij vermoedt dat ambitieuze types in het Koninkrijk van Brittannië het moment zullen gebruiken om Herrindale uit de weg te ruimen. Deze avond is hij bijzonder kwetsbaar natuurlijk. Hij besluit om samen met Sir Benno te waken bij de Kathedraal van Camelot.
Het wantrouwen van Sir Marcus wordt beloond. In de kleine uurtjes zijn er inderdaad een paar bandieten die er geen been in zien om de Kathedraal te naderen met snode plannen. Sir Marcus en Sir Benno vallen aan. De rabouwen weten nog flink wat tegenstand te bieden, maar de ridders overwinnen uiteindelijk wel. Ze weten nog een man in leven te houden. Deze kan niet veel vertellen. Een stoere krijger met rood haar en een vreemd accent beloofde veel geld als een suffe ridder over de kling gejaagd zou worden.
Sir Marcus is buitengewoon genadig en stelt voor dat de voormalige bandiet in zijn dienst komt, in ruil voor onderdak, eten en een bescheiden loon. Brian accepteert dat met graagte.
23 Mei 538, Pinksterzondag
Sir Benno heeft nog genoeg energie over om de kerkdienst bij te wonen op deze dag. En even later worden Herrindale en Percival tot ridder geslagen. Zij mogen nu de wapenen voeren en met Sir aangesproken worden.
Sir Percival, Prins van Norgales |
Het is Sir Benno en Sir Marcus duidelijk dat lang niet iedereen blij is dat Koning Arthur na al deze jaren nu een erfgenaam en kroonprins heeft. Het valt Sir Benno zelfs op dat onder de ridders van Lothian en hun gevolg wel erg veel stoere kerels zijn, met rood haar. En ze praten natuurlijk ook raar. Sir Benno kent Gawaine als een loyaal ridder aan Arthur, maar hoe zit dat met Agravaine, Gaheris, Gareth en Griogair? En Mordred?
Sir Benno neemt nu de kans ook waar om te spreken met Sir Griogair. Deze geeft aan nooit geweten te hebben wie zijn vader was. Hij vermoedde altijd een ridder uit de hofhouding van zijn moeder en zijn broers. Maar nu hij Benno ziet en het schild van Bradwen Eenoog van Steeple Langford, realiseert hij zich dat Bradwen ook zijn vader moet zijn geweest.
Na wat gepuzzle bedenken de kersverse halfbroers zich dat het in de zomer van 511 moet zijn geweest, dat Morgause en Bradwen hun romance hebben gehad. Bradwen was toen natuurlijk getrouwd met Taxus de Fee, dus dat is stilgehouden. Griogair is enigszins onder de indruk van de illustere familie waar hij nu deel van uitmaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten