Translate

zaterdag 21 januari 2023

Gierststruif (pannekoekjes)

Het is alweer tijd voor mijn derde recept met gierst. Inmiddels heb ik al een aantal keer gierstepap gegeten. Maar nu wil ik eens iets nieuws. Gelukkig bood de website van een bekende uitkomst, ik maakte Gierststruif naar een recept van Eet!verleden.  

Over Eet!verleden heb ik hier al vaker geschreven (Over farinata, pompoentaart en Romeins eten). Het is een bedrijf van een oud-klasgenoot, dat oude recepten traceert in kookboeken, schilderijen en andere informatie. Ze experimenteert ermee en zorgt dat de recepten weer gebruikt en gegeten worden. Inmiddels heeft ze een hele serie eigen kookboeken uitgegeven.  

De gierststruif

Maar door naar de Gierststruif. Struif is het woordt voor de inhoud van een ei. Maar soms werd (wordt?) het ook gebruikt voor pannekoeken die gemaakt worden met ei. Vandaar dat dit gierststruifjes heten. 
Het recept is heel eenvoudig en hier te vinden. Ik had nog nooit eerder gekookt met rozenwater en het geeft een subtiele zoete smaak aan de kleine struifjes. 
Verder worden deze struifjes gemaakt met de hele gierstkorrel (en niet het gemalen meel), dus je proeft nog een beetje de structuur van de korrel. En de struifjes hebben een beetje de structuur van roerei, niet de taaiheid van een beslag. 
Al met al, erg lekker en een leuke variant op andere pannekoekjes, zoals drie in de pan of zo. Deze kan wat mij betreft ook vaker terugkomen op het menu. 

Struifje in de pan

Het recept komt uit de Volmaakte Geldersche Keukenmeid, een kookboek uit de 18e eeuw met recepten voor keukenmeiden. In die tijd kookten keukenmeiden voor de gezinnen van de gegoede burgerij en deze waren vooral gericht op de (Franse) adel. Dit was een behoorlijk populair en bekend kookboek, dus veel gezinnen in die tijd zullen met enige regelmaat deze Gierststruifjes hebben gegeten. Net als ik nu. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten