De cultus van Apep lijkt verslagen. De Cultus van Re - Atum is op de hoogte, de dappere jongelingen van Iunnu verdedigen de tempel en Gaius Valerius Lucanis en Vibus Norbanus hebben de Romeinse Praefectus AEgypti Lucius Valerius Proculus geïnformeerd. Die zal ongetwijfeld binnenkort met een cohort aan Romeinse soldaten een einde maken aan deze dreiging.
Draco Silvius Dorso - Patriciër
Gaius Valerius Lucanis - Wetenschapper in dienst van Draco Silvius Dorso (niet aanwezig)
Vibus Norbanus - Ziener in dienst van Draco Silvius Dorso (niet aanwezig)
Proclus Servilius Adventus - Ex-slaaf van, maar nu als bankier in dienst van Draco Silvius Dorso.
Marcus Livius Cicero - Senator en rivaal van Draco Silvius Dorso
Ante Diem XVI Mensis Aprilis in het Eerste Jaar van het Consulschap van Hadrianus en Caesar of 898 Ab Urbe Condita, Iunnu
Gaius Valerius Lucanis en Vibus Norbanus keren terug van hun missie naar Alexandrië, met goed nieuws! Hun verhaal werd geloofwaardig geacht door de Praefectus AEgypti Lucius Valerius Proculus en hij zal een cohort van Romeinse soldaten naar Iunnu sturen om orde op zaken te stellen. Hij zal hier ongetwijfeld over een paar dagen zijn. Gaius Valerius Lucanis en Vibus Norbanus zijn vast vooruit gereisd met het goede nieuws. Marcus Livius Cicero is hiermee erg in zijn nopjes. De lokale jongelingen die ze bewapend hebben, zullen de tempel de komende dagen wel kunnen bewaken. De misleide Romeinse vrouwen zitten voorlopig vast en zullen ook geen problemen kunnen veroorzaken. Wat kan er nu nog gebeuren?
Proclus Servilius Adventus besluit om zijn voorgenomen huwelijk met slavin Elenys maar meteen te formaliseren. Dan is dat tenminste geregeld.
Vibus Norbanus besluit om toch weer de vlucht van de vogels boven Iunnu te bestuderen. Hij wil graag een visioen van de toekomst. Hij verdiept zich in de vlucht van de vogels en in hun bewegingen ziet hij de toekomst. Een enorme slang, wel 15 meter lang of meer, die in een duistere, ondergrondse wereld met de zeven windingen van zijn enorme lijf aardbevingen en onweer veroorzaakt.
Wanneer hij dit visioen deelt met de andere Romeinen, schrikt Marcus Livius Cicero hier enorm van. De problemen zijn duidelijk niet opgelost, een echte godheid ligt aan de grond van de problemen.
Dan komt een jonge Egyptenaar naar de Romeinen toe. Hij is Omari, een junior priester in de cultus van Re - Atum. Hij heeft gehoord van het bezoek van de Romeinen aan de Zonnetempel. En hij denkt dat zijn superieuren het mis hebben. Hij vermoedt dat de cultus van Apep weer herrezen is en dat zij deze avond een aanval zullen uitvoeren, tijdens de equinox. De dag en de nacht zijn even lang. Hierna zullen de dagen een klein beetje langer zijn, en zal de macht van Apep afnemen.
Omari geeft Gaius Valerius Lucanis en Vibus Norbanus twee stenen tabletten met daar de instructies voor het ritueel van de Verbanning van Apep daarop beschreven, in hiëroglyphen. Het is hetzelfde ritueel dat elke avond wordt uitgevoerd in de Tempel van de Zon, maar Omari is van mening dat het nu echt moet gebeuren, met de echte Apep, waar deze ook gevonden kan worden.
Het ritueel bestaat uit het bespugen van Apep, het afwijzen van Apep met de linkervoet, Apep steken met een lans, Apep binden, Apep steken met een mes en uiteindelijk Apep verbranden in het vuur.
Gaius Valerius Lucanis en Proclus Servilius Adventus hebben wel een idee, zij denken dat het afgodsbeeld dat zij zagen in de wildernis langs de Nijl
de wildernis langs de Nijl wel eens machtiger kan zijn, dan eerst gedacht.
Marcus Livius Cicero weet wat hen te doen staat. Ze zullen een stel lokale stoere jongens mee moeten nemen, dit afgodsbeeld moeten vinden en daarop de Verbanning van Apep moeten uitvoeren. Alleen zo kan de dreiging van Apep even afgewend worden. De andere Romeinen zijn dit met hem eens. En als zij de jongelingen oproepen voor de strijd, zijn er flink wat die geld willen verdienen door de Romeinen te begeleiden.
De tocht langs de oevers van de Nijl begint eenvoudig. Eerst door Iunnu zelf, later langs de akkers even buiten Iunnu. Maar wanneer ook de akkers verdwijnen, wordt de tocht snel zwaarder. Het Papyrusriet staat wel heel hoog, en als de zon ondergaat, wordt het wel heel donker. Het verschil tussen land en water wordt steeds kleiner. In het licht van de flakkerende toortsen zien de Romeinen de gele ogen van de
Nijlkrokodillen. Voor ze het weten, wordt een eerste jongeman al krijsend onder water gesleurd door een Nijlkrokodil. De Romeinen en de Egyptische jongemannen slaan een grote groep krokodillen van zich af. Dat gaat niet geheel zonder slachtoffers, maar even later trekken ze weer verder.
Wanneer de groep aankomt op de open plek met het afgodsbeeld van Apep, zien zij daar ook een grote groep doden, die net als Hassan niet rusten in het graf. Deze monsterlijke wezens vallen de Romeinen aan. Maar met hulp van de Egyptische jongemannen weten zij ook deze on - doden te verslaan.
Dan zien zij het afgodsbeeld van de Apep. In het flakkerende vuur van de toortsen lijkt het beeld te bewegen, zijn lichaam slingert steeds heen en weer. Draco Silvius Dorso zingt een hymne aan Vesta, die het vuur der beschaving bewaakt. Gaius Valerius Lucanis zingt de hymne aan Re - Atum, die hij hoorde in de Tempel van de Zon, en de Egyptische mannen vallen hem bij.
En dan lijkt de realiteit te veranderen. De Romeinen staan niet langer op een open plek in de moerassen langs de Nijl, maar in een enorme ondergrondse grot, naast een rivier. Een enorme slang van meer dan vijftien meter langer rijst boven hen op en blokkeert de rivier. Het idee dat de Godheid Apep echt is en de zon kan verzwelgen, is teveel voor de Romeinen. Hun geestelijke gezondheid wankelt (SAN loss). Marcus Livius Cicero kan niet accepteren wat er gaande is, en blijft denken dat het bijzonder grote slang is. Maar voor Vibus Norbanus, Gaius Valerius Lucanis en Proclus Servilius Adventus loopt het minder goed af. Hun geest breekt onder deze onthullingen. Vibus Norbanus wordt blind van pure schrik, met als voordeel dat hij de gruwelijke slang niet meer kan zien. Gaius Valerius Lucanis wordt vergeetachtig en vergeet waarom hij ook alweer hier was. Publius Servilius Adventus wordt Manisch en probeert de problemen op te lossen door rond te rennen.
Draco Silvius Dorso is de enige die niet volledig meegesleurd wordt door de waanzin. Hij blijft achter op de open plek en blijft de hymnen aan Vesta zingen. De andere Romeinen kunnen hem horen, terwijl zij strijd leveren met Apep.
Marcus Livius is de enige die het hoofd nog enigszins koel houdt. Dit is het moment om het ritueel van de Verbanning van Apep uit te voeren! Hij bespuugt Apep. Dan schopt hij Apep met zijn linkervoet. Dan werpt hij zijn speer naar Apep en raakt hem. De monsterlijke slang bevalt dit niets en valt Marcus Livius Cicero aan. Zijn enorme muil bijt op hem neer en Marcus wordt vermorzeld door de gruwelijke kaken! Ook Gaius Valerius Lucanis ontsnapt niet aan die gruwelijke lot.
Ondertussen is Vibus Norbanus volledig verloren in zijn waanzin en begint zich uit te kleden. Zijn kleren en veters vallen op het lichaam van Apep en daarmee bindt hij de gruwelijke slang. Ook Publius Servilius weet zijn waanzin om te zetten naar iets nuttigs. In zijn manie steekt hij met zijn mes in het rond, en raakt daarmee ook de Slang.
In de wereld waar Apep slechts een Afgodsbeeld is, ziet Draco Silvius Dorso dat het afgodsbeeld beschadigd raakt! Samen met de Egyptische hulptroepen steekt hij het afgodsbeeld in de fik. Wanneer de vlammen de hemel in reiken, klinkt er een kreet van een of andere watervogel en de zon komt op.
De waanzin lijkt af te nemen. De Romeinen hervinden zichzelf weer op de open plek in de moerassen langs de Nijl. Het Afgodsbeeld verbrandt langzaam in een vuur. Marcus Livius en Gaius Valerius Lucanis komen bij, met afschuwelijke verwondingen over hun hele lijf. Zij leven nog, maar net. (Ik kon ze niet echt laten doodgaan, in het eerste avontuur).
De Egyptische mannen maken een twee draagbaren en de groep maakt door de vroege ochtend de tocht terug naar Iunnu.