De Musketiers kwamen vanuit de catacomben onder Parijs weer omhoog in een scene van totale waanzin. Hoe kunnen zij hun missies voor de Koning en voor de Kardinaal nog uitvoeren?
Richard Rouzet
Bernárd "Benno" de Rothschild
Malo de Guesclin
Albert D'Arcy
Gaston Eclair
Plein der Wonderen, 's nachts
De bewoners van het Plein der Wonderen en Gardisten van de Kardinaal zijn in een hevig gevecht verwikkeld met afschuwelijke Ghouls, die hun slachtoffers opvreten, nog voor deze helemaal dood zijn. En de Musketiers staan hier met het lichaam van Anton Sainte Matine en de Glanzende Trapezohedron. Zij vragen zich af welke missie zij eerst moeten vervullen, en of het nog allemaal uitmaakt, nu de wereld gek geworden lijkt.
De Musketiers worden gezien door een aantal Ghouls, die onmiddellijk hun aandacht verleggen naar deze nieuwe slachtoffers. Maar Bernárd draagt nog altijd de twee pistolen van zijn vriend Gaston en vuurt deze meteen af op een van de Ghouls, waarmee deze ernstig verwond raakt. Malo, die het hele avontuur onder de grond gemist heeft, komt nu het Plein der Wonderen oprennen. Hij ziet zijn vrienden bedreigd door onmenselijke monsters. Hij aarzelt niet en grijpt zijn musket en verwond daarmee een andere Ghoul. Musketiers Albèrt en Richart trekken hun rappieren en vallen ook onversaagd de Ghouls aan.
Maar wanneer de Ghouls aanvallen, blijkt meteen waarom het zulke gruwelijke monsters zijn. Gaston krijgt de bloederige klauwen van een Ghoul te verduren en stort bloedend ter aarde. En een andere Ghoul bijt zich vast in de arm van Malo! Bernárd steekt de pistolen van Gaston weg en trekt
Claudia en
Brigitte, zijn eigen trouwe pistolen, die hem nooit in de steek laten. Daarmee schiet hij weer een Ghoul neer. Ook Malo schiet de Ghoul die aan zijn arm hangt dood. En dat geeft Albèrt en Richart de kans om de laatste Ghouls aan te vallen. Een sterft onder hun zwaarden en laatste besluit makkelijker prooi te zoeken.
De Musketiers gebruiken de ademruimte om hun wapens te herladen en een bloedende Gaston op te lappen. Dan vertrekken zij snel. Hun eerste prioriteit is de Koning beschermen. Daarna kunnen zij bekijken wat zij doen met het lichaam van Anton Sainte Matine en de Trapezohedron. Daarna kunnen zij eventueel Parijs nog redden.
Wanneer de Musketiers door te straten rennen, terug naar hun kazerne, zien zij de bevolking van Parijs, die angstig probeert de nacht door te komen. Maar anderen maken van de gelegenheid gebruik om te roven en te plunderen. Een bijzonder brutaal stel heeft zelfs een stel biertonnen bevrijd en bouwt nu een feestje op straat! Bernárd kan dat niet aanzien en spreekt de raddraaiers ferm aan.
Bernárd: "Wat heeft dit te betekenen?"
Hij wil streng en intimiderend overkomen, maar lijkt alleen maar wat ineffectief en drukdoenerig (
Intimidation fail). Al snel komen de andere raaddraaiers ook kijken en lijkt het tot een gevecht met een stuk of 10 dronken mannen. Bernárd trekt eerst weer de pistolen van Gaston, die hij inmiddels
Edith en
Sophia heeft genoemd (tot verbijstering van Gaston). Hij begint te schieten, onmiddellijk gevolgd door Malo met zijn Musket en Richart met zijn eigen pistolen. De dronken raddraaiers zijn hier niet van onder de indruk en vallen ook aan. Maar wanneer Bernàrd daarna zijn eigen pistolen Claudia en Brigitte te voorschijn haalt en blijft schieten, kiezen de meeste raddraaiers toch eieren voor hun geld en vluchten weg. De rest wordt snel gedood door de Musketiers. Het verbaast de Musketiers wel dat deze raddraaiers zich kleden als
Hugenoten, Zijn de Hugenoten werkelijk zo dapper om Parijs aan te vallen? Of doen zij zich voor als Hugenoten om meer paniek te zaaien?
De Musketiers gaan verder en komen langs een barricade in de Rue de Lutèce. De bevolking heeft zich beschermd tegen de rellende inwoners en plunderaars door met al hun huisraad de straat te barricaderen. De dappere jongemannen van de straat zijn bewapend en jagen iedereen weg. Bernárd voert een kort gesprekje met hen, maar aangezien ze geen gevaar vormen en de Musketiers hen ook niet nodig hebben, gaan ze weer verder.
Dan komen de Musketiers eindelijk hun bevelhebber Monsieur de Tréville tegen. Deze is met een groep Musketiers op straat. Ze hebben ook al verschillende aanvallen afgeslagen. Monsieur Tréville heeft een opdracht voor de Musketiers. Vanaf komt het schip
Fleur de Lille aan bij de werf van de
Notre Dame. Aan boord zijn agenten van de Kardinaal met een of ander
geheim wapen. Het is van het grootste belang dat deze agenten worden onderschept en dat het geheime wapen niet de Kardinaal kan bereiken! Het gaat om Countess de Winter en Comte de Rochefort. De Musketiers kennen deze mensen van naam en reputatie!
De Musketiers voegen zich bij Monsieur de Tréville en de andere Musketiers en zij gaan verder over een boulevard langs de Seine naar de Notre Dame. De bomen van de Boulevard wuiven heen en weer, alsof er een groot beest doorheen beweegt. Bernárd, Albèrt en Richart horen het gestamp van zware hoeven. Plotseling komt er een gruwelijk monster te voorschijn! Het is zelf ook zo groot als een boom en lijkt geen lichaam te hebben, maar een grote massa aan tentakels. Het beweegt zich voort op drie enorme hoeven!
Dit kan niet waar zijn! De onmogelijkheid van dit gruwelijke monster overvalt alle Musketiers. Het moet een duivels monster uit de diepste krochten van de hel zijn! Gelukkig weet Monsieur de Tréville zijn kalmte nog enigszins te bewaren. Hij geeft trillende stem het bevel dat de Musketiers een linie moeten vormen en hun musketten in de aanslag moeten brengen. Bernárd, Malo en Albèrt stappen naar voren, terwijl Gaston en Richart ongelovig kijken naar dit onbeschrijfelijke monster!
Bernárd vuurt zijn trouwe Claudia en Brigitte af, beide kogels raken, maar doen maar weinig schade. Tot grote schrik van Malo haalt zijn musket ook maar weinig uit. Dan stapt Albèrt naar voren en hij haalt uit met zijn rapier naar dit gruwelijke monster en hij brengt flink wat schade toe aan een van de vele tentakels. Maar dan slaat het monster terug. Hij grijpt met een van zijn tentakels Albèrt beet en brengt de onfortuinlijke musketier naar een van zijn vele, geopende monden. Albèrt raakt vreselijk gewond.
Maar nog een ronde van kogels en zwaarden schakelen dit gruwelijke monster uit. Met een dreun valt het stervende monster op de stenen van de boulevard. En de Musketiers kunnen hun collega Albèrt redden. Terwijl ze daarmee bezig zijn, zien ze even verderop de dode lichamen van Gardisten van de Kardinaal, die het onderspit hebben moeten delven tegen dit Duivelse monster.
Eenmaal aangekomen aan de werf bij de Notre Dame, zien de Musketiers daar inderdaad een scheepje liggen. De
Fleur de Lille is eerder gearriveerd dan verwacht. Een deel van de vracht is al uitgeladen en ligt op de kade, er zijn geen scheepswerkers te zien, maar wel verschillende onheilige mens - vis monsters en ook een aantal gruwelijke vismonsters, die de Musketiers
eerder onder Parijs hebben bevochten. Een aantal gardisten bevechten de vismonsters, Albèrt herkent Jean Pierre, die ze eerder gered hebben onder Parijs en die hen
eerder deze week de uitnodiging gaf voor het diner bij de Kardinaal.
Monsieur de Treville positioneert zijn Musketiers langs de railing van de brug over de Seine, die naar de werf leidt. Bernàrd en Gaston rennen langs de kleine baan naar beneden naar de werf zelf en vallen daar meteen een groep van de hybride vismensen aan. Ondertussen zien zij tussen de kisten en dozen op de werf twee mensen in zware capes staan. Onder een van de capes komt een blanke vrouwenhand tevoorschijn, die een pistool afvuurt op een hybride monster.
Bernárd zwaait met zijn zwaard en doodt met een houw een hybride vismonster. Gaston is verbaasd dat Bernárd liever zijn pistolen gebruikt, terwijl hij zo goed is met zijn zwaard. Maar ook Gaston laat zich niet onbetuigd. Malo, Albèrt en Richart blijven achter op de brug en schieten met hun musketten op de monsters op de werf. De monsters vallen nu Bernárd en Gaston aan en verwonden hen ook weer.
Monsieur de Tréville heeft nu eindelijk zijn musketiers opgesteld en deze vuren hun musketten af. En nu keert het tijd van de strijd. Een voor een vallen de monsters neer. Bernárd vindt zijn weg tussen de kisten door naar Countess de Winter en Rochefort.
Ondertussen springt Malo van de brug af, de werf op (Great Leap manoevre) en landt heroïsch, met een zwierige cape op de werf. Hij valt meteen de gruwelijke vismonsters aan, die de Gardisten van de Kardinaal bedreigen. Ook Richart en Albért vuren nog eens schoten af en het lijkt nu wel duidelijk dat de onheilige monsters het gaan verliezen. Bernárd leidt Countess de Winter en Comte de Rochefort snel naar de burg, waar Monsieur de Treville ze meteen arresteert.
Bernárd kijkt om naar de werf en ziet daar een vreemde mistbank ontstaan. Dat kan alleen maar Duivelse tovenarij zijn! Het is tijd om te vertrekken. Albèrt heeft nog de ingeving om Countess de Winter en Comte de Rochefort te fouilleren. Beiden dragen een tas bij zich met een tablet van gebakken klei erin. De tabletten zijn bedekt met eindeloze series van kleine driehoekjes. Albèrt kan er geen chocola van maken, maar dit is het geheime wapen voor de Kardinaal.
Monsieur de Tréville vindt het tijd om te vertrekken. Iedereen gaat terug naar de kazerne, waar de musketiers Countess de Winter en Comte de Rochefort zullen bewaken.