Translate

vrijdag 6 september 2019

De Vier Heemskinderen

Tijdens de vakantie had ik lekker veel tijd om te lezen. En ik heb er nog eens een klassieker bijgepakt. De Vier Heemskinderen, een serie van verhalen over vier ridders in de tijd van Karel de Grote. Ik lees een versie van J. A. Alberdingk Thijm, waarin ook de verhalen van Karel en Elegast en Floris en Blancheflor te vinden zijn.


Het verhaal van de Vier Heemskinderen is al heel oud en behoort de Karolingische verhalen, verhalen rondom Keizer Karel de Grote. Net zoals er rond Koning Arthur en zijn ridders van de Ronde Tafel een hele cyclus aan verhalen ontstond, ontstonden die ook rond Keizer Karel de Grote. Voor Keizer Karel is iets meer historisch bewijs, maar de verhalen zijn wel fantastisch.

Spoilers

Het verhaal begint lang voor de geboorte van de Heemskinderen. Heer Aymon (Heem) wordt genegeerd door zijn Koning, Karel van Frankrijk. Uit woede vertrekt hij van het hof en werpt zich op als roofridder. Jarenlang plundert hij met zijn mensen alles wat toebehoort aan Koning Karel. Na vele jaren volgt een verzoening. Koning Karel geeft Heer Ayman alles wat hem toekomt en zelfs nog zijn zuster Aye ten huwelijk. 
Maar Heer Aymon is nog niet tevreden. Hij zweert dat alle kinderen van Aye familie zijn van Koning Karel en gedood zullen worden. Vol angst baart Aye in de loop der tijd vier kinderen, Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reinout. Deze laat zij in het geheim opgroeien, bang voor de woede van haar man. Maar na verloop van jaren krijgt Ayman spijt van zijn haastige woorden, hij heeft veel bereikt, maar geen zonen om het aan na te laten. Dan onthult Aye het bestaan van zijn knappe zonen. 
Ayman riddert deze dappere jongemannen en geeft ze een paard. Alleen Reinout is zo groot en sterk, dat alle paarden onder hem bezwijken. Dan geeft Ayman hem het Ros Beiaard, de zoon van een Kameel en een Paard, en dus wonderbaarlijk. Na een grote strijd weet Reinout het paard te bedwingen. De familie kan nu naar het hof van Koning Karel gaan. 

Aangekomen aan het hof zijn de spanningen nog niet geheel weg. Karel heeft ook een zoon gekregen, even oud als Reinout. Maar zijn macht en aanzien zijn deze Lodewijk naar het hoofd gestegen. Hij wil geen geen goed gastheer zijn voor zijn neven. Deze belediging wordt gladgestreken. Maar even later daagt Lodewijk Adelaert uit een schaakspel. Tijdens het spelen beschuldigt Lodewijk Adelaert van valsspelen. Het leidt tot ruzie. Wanneer Reinout zich ermee bemoeit, slaat deze Lodewijk dood met het zware schaakbord. De kinderen moeten vluchten voor de toorn van de Koning en hun eigen vader.

Lang verschansen de Vier Heemskinderen zich in het ondoordringbare beboste heuvelgebied van de Ardennen. Hun neef Madelgijs helpt hen met het bouwen van een Fort. Maar lang kunnen zij daar niet blijven. De kinderen vluchten verder naar Gascogne. Daar zweren zij trouw aan de Koning van Gasconge, Yvon of Yon. Zij helpen hem in de strijd met de Saraceense Koning van Moors Spanje. Jarenlang zijn de Vier Heemskinderen trouwe vazallen van de Koning van Gasconge. Reinout huwt zelfs de zuster van Koning Yvon, Clarisse. 

Maar dan keert Koning Karel terug van een pelgrimage en komt langs het kasteel van de Vier Heemskinderen. Wanneer hij vraagt wie daar wonen en hij hoort dat het de moordenaars van zijn zoon zijn, ontsteekt hij in woede. Hij bedreigt Koning Yvon en dwingt hem om de Vier Heemskinderen te verraden. Koning Yvon verraadt de Vier Heems kinderen uit angst voor de veel machtiger Koning Karel.
Dit leidt weer tot oorlog. De Vier Heemskinderen trekken ten strijde tegen Koning Karel en ook tegen hun voormalig leenheer Yvon van Gascogne. Hierbij worden zij langdurig belegerd. Uiteindelijk weten koelbloediger edelen Koning Karel en de Vier Heemskinderen te bewegen tot vrede en onderhandelingen. Uiteindelijk is onderdeel van de onderhandelingen dat het Ros Beiaard gedood wordt door het te verdrinken in de Maas (of de Schelde).

De dood van Beiaard zorgt voor een depressie bij Reinoud. Samen met zijn neef Madelgijs gaat hij op pelgrimage naar Jerusalem. Daar beleeft hij allerlei avonturen en kan zijn aard als ridder niet verbergen tegenover de wrede Saracenen. Na zijn pelgrimage gaat hij naar Keulen om daar als eenvoudig arbeider te werken aan de nieuwe Dom, die daar gebouwd wordt. Zijn collega's zijn jaloers en doden hem. Zijn lichaam wordt in de Rijn gegooid. Maar de wonderen zijn nog niet voorbij. Zijn lichaam wordt gevonden en geneest een blinde vrouw. Zijn lichaam reist op een kar zelfstandig naar het hof van Koning Karel.

Conclusie

Een imposant verhaal om eens te lezen en zeker een inspiratie voor mijn Pendragon campagne. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten