|
Ida van Bambergh |
|
Wiglaf van Deira |
|
Cynric van Wessex |
De Saksische Koningen zijn allemaal naar de begrafenis gekomen. Ida van Bambergh en zijn zoon Adda zijn er, Ida is de zoon van Ossa, zoon van Octa de Oudere, Zoon van Hengest en daarmee een volle neef van Octa, Cynning van Kent. Wiglaf van Deira is aanwezig en is de zoon van Yffi, Zoon van Eossa, Zoon van Horsa en daarmee verre neef van Octa, Cynning van Kent. Cynric van Wessex is er ook, en hij is een Zoon van Cerdic, Zoon van Rowena, Dochter van Hengest en daarmee ook een verre neef van Cynning Octa.
En Cwene Guinevere kan ook een nieuw huwelijk sluiten, na een gepaste periode van rouw natuurlijk, zij was drie jaar geleden nog vruchtbaar... Sir Benno vraagt zich af of zij open zou staan voor een huwelijk met Hoge Koning Arthur, dan zouden twee machtige Koninkrijken meteen een alliantie aangaan met elkaar. (
Dit is extreem onwaarschijnlijk. De eerste keer dat Arthur Vrouwe Guinevere zag (in 512), vond hij haar schoonheid en aantrekkelijkheid beangstigend. Sindsdien is hij niet vrijwillig met haar in één ruimte geweest.)
De gehele hofhouding en rouwenden gaan naar
Ebbsfleet, waar volgende de historie de broers Hengest en Horsa met hun eerste schepen voet aan land zetten. Zeventien jaar geleden was Sir Benno hier ook al, toen om
afscheid te nemen van Vrouwe Ygritte, echtgenote van Turquine en zuster van Cynning Octa. Het tafreel lijkt veel op dat tafreel van lang geleden. De lucht is koud en grijs, woeste golven beuken op het strand, her en der steken er nog wat balken uit het zand, zijn dat de restanten van de schepen van Hengest en Horsa?
|
Turquine van de Gouden Cirkel |
|
Benno van Steeple Langford |
Voor Cynning Octa is een grafschip gemaakt. Hij ligt in zijn mooiste wapenrusting op een baar, zijn mooiste wapens en spullen liggen naast hem. Onder leiding van de Goderes worden de laatste riten uitgevoerd bij het lichaam van Octa. Zijn favoriete paard wordt geofferd en naast hem op de boot gelegd.
Cwene Guinevere is de laatste die afscheid wil nemen. Zij werpt zich op het lichaam van haar dode man en moet uiteindelijk huilend weggedragen worden door haar dienstmaagden. Dan is het tijd om het schip de woelige baren op te sturen. Terwijl het schip wegvaart, spannen de Saksische krijgers hun bogen en een hagel van brandende pijlen vliegt naar het dodenschip, dat al snel in lichterlaaie staat. En zo verlaat Cynning Octa de wereld der stervelingen.
De groep rouwenden trekt zich terug in een nabijgelegen kasteel, waar een begrafenismaal wordt geserveerd. Sir Benno is inmiddels wel bekend met het Saksische bier en houdt zich in. Zo een begrafenis leidt maar tot ruzies, als je niet uitkijkt (Temperate succes). Vrouwe Edna daarentegen zit in zak en as en grijpt naar de alcohol om de pijn te verzachten (Indulgent succes). Wanneer zij, wankel op de benen, op zoek gaat naar meer bier, ziet zij in een gezicht dat haar niet aanstaat, Sir Irvin, de vader van haar dochters! Boos vaart zij tegen hem uit, wat doet hij hier, waarom achtervolgt hij haar, het is over! (Love Irvin Fail, Reckless success). Sir Irvin weet zich te beheersen, terwijl alle aanwezigen naar deze ruzie kijken. Hij zegt haar dat ze toch niet zo met elkaar om hoeven gaan?(Love Edna success).
Sir Benno maakt nog indruk op twee Saksische krijgers door wat intelligente opmerkingen te maken over strategische vraagstukken in oorlogstijd.
Steeple Langford, even voor Pinksteren
Na de begrafenis van Octa, Cynning van Kent, trekken Sir Benno en Vrouwe Edna terug naar Salisbury. Daar wordt de jonge Galahad, zoon van Sir Lancelot en Vrouwe Elaine en schildknaap van Sir Benno nu 18 jaar. Hij is een man en wil graag tot ridder geslagen worden. Terwijl Benno nadenkt over hoe hij dat moet organiseren, komt Sir Lancelot ook naar Steeple Langford, samen met een vrouw. Sir Benno en Vrouwe Edna herkennen deze dame
uit de tijd die zij doorbrachten in het Kasteel der Vreugde (in 546). Daar zagen zij toen ook de jonge Galahad, die inmiddels alweer een aantal jaar schildknaap is van Sir Benno (
sinds 550).
Sir Lancelot en de dame nemen de jonge Galahad mee, om hem te ridderen. Sir Benno vindt dit een vreemde gang van zaken. Logischer zou zijn als hij Galahad zou ridderen, of anders Hoge Koning Arthur. Nu wordt Galahad ver weg van de ogen van anderen geridderd en aan wie zweert hij dan trouw? Aan de vreemde ridder - familie uit het Kasteel der Vreugde?
Camelot, zaterdag 23 mei
Sir Benno en Vrouwe Edna zijn naar Camelot getrokken. Zij willen de Pinksterfeesten van Hoge Koning Arthur weer eens meemaken. Eenmaal aangekomen in Camelot gaat Sir Benno naar de Ronde Tafel, waar hij tenslotte zijn eigen stoel heeft. Daar treft hij ook Sir Lancelot en Sir Bohort de Jongere en Sir Lionel, die bij de Siege Perilous staan. Daar lijken nu andere letters op te staan dan eerst, maar aangezien Sir Benno niet kan lezen, begrijpt hij niet wat er staat.
|
Sir Lancelot du Lac de Ganis |
|
Sir Sir Bohort de Ganis de Jongere |
|
Sir Lionel de Ganis |
Sir Lancelot werpt snel een cape over de Siege Perilous, zodat niemand anders de letters kan lezen die erop staan. Wanneer hij ziet dat Sir Benno hier allemaal getuige van was, vraagt hij Sir Benno op zijn woord van eer om zijn mond te houden over wat hij hier gezien heeft. Sir Benno belooft dat graag.
Camelot, zondag 24 mei, Pinksteren
Vandaag is Pinksteren, een belangrijke heilige dag voor de Christelijke ridders. Hoge Koning Arthur geeft op deze dag een groot feest en iedereen die zijn gezicht wil laten zien, zorgt dat hij erbij is. Wanneer alle ridders van naam en faam zich hebben verzameld bij de Ronde Tafel, vraagt Hoge Koning Arthur zijn rentmeester om het maal te starten. De rentmeester laat weten dat in de opdracht van Merlijn er eerst een wonder moet gebeuren, voor iedereen kan beginnen met eten.
Al snel komt een schildknaapje binnen met bijzonder nieuws. Een blok rood marmer drijft op het water van de rivier bij Camelot. En in dat blok rood marmer zit een zwaard. Het gehele hof begeeft zich naar buiten, naar een kleine plezierhaven bij Camelot. Daar drijft inderdaad een blok marmer op het water. Op zich al wonderbaarlijk genoeg, maar er zit ook nog een zwaard in.
Sir Benno herkent dit blok! Hij heeft het eerder gezien op zijn tocht naar het Kasteel der Vreugde, waarbij hij de Zwaardbrug over moest steken (
in 539). Zijn broer, Sir Brutus, deed dat eerder (
in 526). De Zwaardbrug leidde naar een eilandje, waar een tombe op stond voor de ridders Balan en Balin. Sir Balan le Sauvage en Sir Balin met de Twee Zwaarden waren halfbroers. Toen hun (stief)moeder stierf (
in 502), gaf Balin daarvan de schuld aan Vrouwe Nineve en doodde haar in bijzijn van Hoge Koning Arthur, meer dan 40 jaar geleden alweer (
in 512). Het was toen de vader van Sir Benno, Sir Bradwen Eenoog, die een speer wierp naar Sir Balin met de Twee Zwaarden. Dit leidde tot zijn (korte) verbanning door de Hoge Koning. De twee halfbroers ontmoetten elkaar op hun omzwervingen en herkenden elkaar niet. In hun strijd verwondden zij elkaar dodelijk. Beiden stierven en zijn begraven in de tombe.
|
Sir Balin met de Twee Zwaarden |
|
Sir Balan le Sauvage |
Op het eiland van de Zwaardburg was nog een wonder te zien. Een rood blok marmer dat op het water dreef en waar een zwaard in vast zat. Op dat zwaard stond de tekst: "Niemand zal mij hier vandaan nemen, behalve hij aan wiens zijde ik moet hangen. En hij zal de beste ridder ter wereld zijn." En nu is datzelfde blok marmer, met zwaard hier gearriveerd. Dan zal de beste ridder ter wereld toch ook wel in dit gezelschap zijn.
Na dit lange verhaal van Sir Benno is iedereen even stil. Iedereen is diep onder de indruk, behalve Vrouwe Edna, zij had alleen maar oog voor alle ridders in de menigte. Dan vraagt Hoge Koning Arthur of Sir Lancelot niet wil proberen het zwaard uit de steen te trekken. Iedereen weet dat hij de beste ridder ter wereld is. Maar Sir Lancelot weigert. Hij denkt dat er alleen maar ellende van dit zwaard zal komen, zeker als een onwaardige ridder het aanraakt. Sir Gawaine probeert het zwaard te trekken, maar het zit muurvast. Ook Sir Benno en vele andere ridders wagen een gokjes, maar het zwaard zit muurvast. Aangezien de ridders geen steek verder komen, besluit Hoge Koning Arthur om terug te kregen naar het kasteel van Camelot en daar verder te gaan met het feestmaal. De beste ridder ter wereld zal ongetwijfeld binnenkort komen opdagen.
Dan, wanneer iedereen eindelijk op zijn plek zit en toe wil tasten, slaan plots alle ramen en deuren van de zaal dicht! Hoge Koning Arthur verwacht nog meer wonderen voor vandaag. Een oude man in een wit gewaard en een ridder in een rood harnas met zijn helm nog op, komen de feestzaal binnen. De ridder draagt geen zwaard en ook geen schild waarmee hij te herkennen is.
De oude man richt het woord tot Hoge Koning Arthur: "Heer, ik breng u een jonge ridder, uit een lijn van Koningen en nazaat van
Joseph van Arimathea. Door hem zullen wonderen aan dit hof en in vreemde rijken worden volbracht." Hoge Koning Arthur heet de twee mannen van harte welkom. Wanneer de jonge ridder zijn helm afzet, herkennen Sir Benno en Vrouwe Edna hem als Galahad, zoon van Sir Lancelot, hoewel hij nu natuurlijk Sir Galahad is.
De oude man leidt Sir Galahad naar de ronde tafel en haalt daar de cape weg, die Sir Lancelot eerder over de Siege Perilous heeft gelegd. Er staat nu de naam van Galahad op de stoel geschreven. Sir Galahad gaat zitten en er gebeurt niets.
Hoge Koning Arthur heeft nu wel een idee voor wie het zwaard in het blok marmer kan zijn. Hij neemt de jongeman bij de hand en leidt hem naar buiten. Bij het blok marmer zegt Hoge Koning Arthur: "Sir Galahad, dit is een groot wonder. Vele ridders hebben geprobeerd het zwaard te trekken, maar het lukte niemand."
Sir Galahad is niet verrast: "Deze test is alleen voor mij bedoeld. Ik wist dat dit zwaard hier zou zijn, dus ik bracht geen eigen zwaard mee." Hij grijpt het zwaard en trekt het moeiteloos uit de steen, tot verbazing van de hofhouding. Wanneer hij het zwaard in de schede steekt zegt hij: "Nu is het zwaard op een betere plek. Dit was het tweede zwaard van Sir Balin met de Twee Zwaarden, dat hij kreeg van de maagd, vele jaren geleden. Hij doodde er zijn broeder mee. Ook mijn grootvader raakte gewond door zijn daden. En die wond zal voorlopig niet genezen."