Onlangs zag ik Pride (2014) tijdens de vierdaagsefeesten van dit jaar op roze woensdag. Lux Nijmegen organiseerde een filmvoorstelling. Dus dat was een mooie kans om deze film van Matthew Warchus eens te zien. Verder zit de film vol met bekende Britse acteurs van het moment. We zagen Bill Nighy (Ordeal by Innocence, Hot Fuzz), Imelda Staunton (Chicken Run), Dominic West, Paddy Considine (Hot Fuzz), Ben Schnetzer, George MacKay, Andrew Scott (Spectre, Sherlock) en Freddie Fox (Zoon van Edward Fox).
De film is gebaseerd op ware gebeurtenissen en veel van de mensen die in de film voorkomen, hebben ook echt bestaan. En dat maakt het toch altijd weer bijzonder.
Spoilers
De film begint met de Gay Pride van 1984. De jonge Joe Cooper (MacKay) wil voor het eerst meelopen en maakt kennis met andere homoseksuele mannen en vrouwen, waaronder Mark Ashton (Schnetzer). Deze zamelt geld in om de gezinnen van mijnwerkers te ondersteunen, die in staking zijn tegen het beleid van Thatcher.
Er wordt flink wat geld ingezameld, maar geen enkele vakbond van Mijnwerkers wil het geld van de Lesbians and Gays Support the Miners aannemen, want lesbiënnes en homoseksuele mannen zijn kennelijk erg eng. Dan besluiten de leden van de LGSM maar zelf een mijnwerkers dorpje te vinden in Wales om het geld persoonlijk te brengen. Hun oog valt op de Dulais vallei, waar allemaal behoorlijk onwereldse Welsh mijnwerkers en hun families wonen. Die hebben in het begin niet zo door waar de L en G precies voor staan, maar zijn maar wat blij met het geld.
De vertegenwoordiger van Dulais, Dai Donovan (Considine) komt helemaal naar London om het geld in ontvangst te nemen en kennis te maken met de gulle donateurs. Hij is een beetje gechoqueerd wanneer hij zich realiseert dat hij met lesbiënnes en homoseksuele mannen praat. Maar hij laat zich niet lang uit het veld slaan en snapt dat hij medestanders moet zien te vinden. En hij nodigt de LSGM meteen uit in Dulais.
Eenmaal in Dulais aangekomen, moeten de inwoners van Dulais ook wennen aan de leden van de LSGM en dat leidt tot allemaal hilarische misverstanden. Maar na verloop van tijd blijkt dat de bewoners van Dulais en de LSGM ook van elkaar kunnen leren. Jonathan (West) leert Sian James (Gunning) dat de politie ook regels heeft waar ze zich aan moeten houden en zij kan zo twee familieleden vrij krijgen. En van de oude besjes in Dulais krijgt de jonge, hippe lesbiënne nog best wat degelijk relatie advies.
Eenmaal terug in London blijkt dat het is uitgekomen dat de mijnwerkers worden gesteund door lesbiënnes en homoseksuele mannen, ofwel perverselingen, zoals de Britse kranten dat zo smaakvol kunnen brengen. Mark laat het daar niet bij zitten en organiseert meteen een groot festival, Pits and Perverts (het bestaat nog steeds) om nog meer geld op te halen. Het festival is een groot succes en er is nu nog meer geld en nog meer aandacht voor de penibele positie van de LHBT - gemeenschap en van de mijnwerkers.
Maar dan slaat het noodlot op verschillende fronten toe. In Dulais zijn er toch te veel mensen die niet willen samenwerken met de LGSM en hun geld wordt voortaan geweigerd. Verder wordt de mijnwerkersstaking ook gebroken en keren de mijnwerkers terug naar hun werk. En de leden van de LGSM krijgen ook allerlei persoonlijke tegenslag te verduren.
En dan is weer tijd voor Pride 1985 en wanneer de leden van de LGSM verzamelen om deel te nemen aan de Pride Mars worden zij verrast door hun vrienden uit Dulais. En die zijn niet alleen. Allerlei landelijke mijnwerkersvakbonden hebben gezien hoeveel zij te danken hadden aan de inzet van de LGSM en zij lopen met al hun leden mee in de Pride van '85. En later zijn het de mijnwerkersvakbonden die de Labour partij onder druk zetten om de decriminalisering en acceptatie van homoseksualiteit op te nemen in het partijprogramma.